Tekst: Johan Faber
Mensen met trauma zitten meestal vast in ‘gestolde verhalen’, zegt psychotherapeut Sabine Vermeire. Zij helpt kinderen en jongeren met traumatische ervaringen door samen op zoek te gaan naar vaste grond. ‘De uitweg zit vaak in het relationele.’
De meeste ggz-professionals zullen het er over eens zijn dat heel veel psychische problemen op één of andere manier te maken hebben met trauma. Maar wat is ‘trauma’ precies? De ‘experts’ hebben ook op dit gebied vaak de neiging om het onderwerp te claimen: alleen zij mogen met gezag spreken over trauma, alleen zij kunnen trauma ‘behandelen’. Maar in veel gevallen kunnen ouders, broers en zussen, leerkrachten, vrienden en sportverenigingen ook een betekenisvolle bijdrage leveren, zegt psychotherapeut Sabine Vermeire, verbonden aan de Vlaamse Interactie-Academie. In het leven loopt iedereen wel eens een deuk of een kras op. Dat wil nog niet zeggen dat we allemaal naar een professioneel behandelaar moeten.
Wanneer zou die professioneel behandelaar dan wél in beeld moeten komen? Pas als er ernstige dingen zijn gebeurd, die zich in lijf en leden, in doen en laten en in relaties hebben genesteld en het dagelijks leven ernstig verstoren, denkt Vermeire, die op 19 april zal optreden tijdens het Jaarcongres Trauma bij kinderen. “Ik heb veel te maken met mensen die mishandeld, verwaarloosd of misbruikt zijn, ernstige pestproblematiek meemaakten of bijvoorbeeld getuige zijn geweest van een hele nare, slepende echtscheiding. Het gaat in ieder geval om zulke ingrijpende gebeurtenissen dat ze helemaal vastlopen in het hier en nu, en de gebeurtenissen of de impact ervan hen blijven belagen.”
Sense of agency
Volgens Vermeire heeft traumaproblematiek niet alleen te maken met een bepaalde ingrijpende gebeurtenis zelf, maar vooral ook met de manier waarop er met dat trauma is omgesprongen. “Welke betekenissen zich nestelen omtrent de gebeurtenissen, hangt heel nauw samen met de manier waarop er door anderen en door de maatschappij op gereageerd wordt. In dat samenspel kunnen kinderen gevangen raken in gestolde verhalen: over zichzelf, hun leven, hun relaties en hun omgeving. Ze denken vaak: ik ben waardeloos, ik doe er niet toe. Maar ook: ik hoor nergens bij, er is geen plek voor mij. Ze zijn, met andere woorden, hun sense of agency en hun sense of belonging kwijt. Maar ook hun sense of coherence, hun gevoel voor samenhang. Wie ben ik? Ben ik een voor honderd procent getraumatiseerd persoon, of ben ik ook nog iets anders? Hoe moet ik dit leven en de pijnlijke gebeurtenissen begrijpen?”
De buitenwereld kijkt vaak met een zwart-wit blik naar een kind met trauma, en het gezin waar het deel van is. Vermeire wil in haar praktijk die reducties en polarisaties tegengaan – niet door te ‘behandelen’, maar door samen op zoek te gaan. Wat is er gebeurd, hoe heeft dit kunnen gebeuren, hoe heeft de omgeving gereageerd, welke erkenning heeft het kind gekregen? En vooral: wat en wie doet er nog toe? Wat is er nog van waarde?
Kinderen die op jonge leeftijd zijn blootgesteld aan kindermishandeling zoals seksueel misbruik, fysieke of emotionele mishandeling of verwaarlozing, kunnen hiervan grote gevolgen ondervinden. Hun klinisch klachtenprofiel als gevolg van deze interrelationele traumatische ervaringen is dan ook breed. In de meeste gevallen spelen een groot aantal klachten hierbij een rol: het posttraumatisch stresssyndroom (PTSS), angstklachten, depressieve klachten, gedragsproblemen, gehechtheidsproblematiek, een onveilige thuissituatie en een pleeggezinplaatsing met ingewikkelde systeemproblematiek.
Hoe herken je trauma en hoe ga je hiermee om? Wat kunnen de lange termijn gevolgen zijn op de lichamelijke en mentale gezondheid? Hoe weef je een netwerk van veerkracht? Wat zijn effectieve behandelmethoden?
Op deze vragen krijg je antwoord tijdens het Jaarcongres Trauma bij kinderen dat op 19 april wordt gehouden. Anne Marsman en Sabine Vermeire zijn twee van de sprekers. Francine Oomen (auteur van de Hoe overleef ik-serie) vertelt over haar eigen intergenerationeel trauma en heling.
Dialoog
Vermeire zoekt daarvoor niet alleen de dialoog met de cliënt, maar ook nadrukkelijk met de omgeving: familieleden, leerkrachten, andere betrokkenen. Want trauma slaat niet alleen wonden in het lichaam en in de gedachten en emoties van het individu; het verwondt ook relaties en sociale gemeenschappen. Hoe kun je in die context weer rode draden ‘weven’ tussen alle verhalen, ervaringen en ontmoetingen, zodat een leven weer betekenis krijgt? Hoe creëer je netwerken die veerkracht bevorderen, zodat een en ander weer in beweging komt? “De uitweg zit vaak in het relationele, niet in de cliënt zelf,” zegt Vermeire. “Trauma is geen individueel probleem, losgekoppeld van contexten en relaties, dus je kunt het ook niet louter individueel benaderen.”
Maar voordat een kind of jongere de gedachte aan een uitweg kan toelaten, moet hij of zij in de praktijk meestal eerst vaste grond onder de voeten krijgen. “De betrokkenen bij trauma zitten vaak in een soort kolkende rivier, en trekken elkaar voortdurend onder water,” zegt Vermeire. “Het kind zelf, maar ook ouders, broers en zussen en zelfs hulpverleners. Je hebt plekken nodig waar je kunt staan en samen de boel kunt overzien. Eilandjes die nog niet in de greep zijn van de trauma-blik zodat we stap voor stap de moeilijkheden kunnen ontrafelen: wat gebeurt hier, waar zijn we in beland?”
Billie Eilish
In die context is de zoektocht naar ‘steunbronnen’ enorm belangrijk, benadrukt Vermeire. “Wat doet er nog toe in het leven van een kind met trauma? Wat heeft nog betekenis? Er is altijd wel iets, want ze hebben zich op één of andere manier toch staande gehouden. Zo’n steunbron kan bijvoorbeeld de voetbalclub zijn, maar ook een poster van Billie Eilish aan de muur van de kamer. De kinderen of jongeren die ik zie hebben vaak al een heel traject afgelegd, en heel vaak voelen ze zich daarin niet serieus genomen. Er is al van alles over hen beslist, bijvoorbeeld dat ze naar een pleeggezin of een voorziening moeten. Daarom ga ik ook niet op de stoel van ‘de behandelaar’ zitten. Ik wil samen met het kind of de jongere de zoektocht aangaan naar die steunbronnen, naar wat er is en wat we daarmee kunnen. Als die eerste samenwerking er is, kunnen we heel veel bereiken.”
Wat het uiteindelijke doel betreft heeft Vermeire naar eigen zeggen geen highway to heaven in gedachten. Ze streeft er vooral naar dat kinderen of jongeren met traumatische levensgeschiedenissen in hun leefwereld ‘weer verder kunnen’. Maar ze weet ook dat met name ernstig trauma of de effecten daarvan in een latere levensfase toch weer de kop kunnen opsteken. “In mijn praktijk zie ik heel vaak volwassenen terug die ik als kind nog heb gezien, bijvoorbeeld als ze een nieuwe partner hebben of zelf kinderen krijgen. Daardoor komt het trauma weer in een heel nieuw licht te staan. Wat moet ik mijn partner vertellen over wat ik vroeger heb meegemaakt? Ga ik wel een goede vader of moeder zijn? Trauma hoeft niet allesbepalend te zijn – ik weet uit ervaring dat mensen met trauma in de kindertijd toch een rijk en waardevol leven kunnen leiden. Maar tegelijkertijd biedt onze hulpverlening nooit een ‘definitieve oplossing’ en kan de puzzel nooit helemaal perfect worden gelegd.”
Sabine Vermeire staat op het Jaarcongres trauma bij kinderen, op 19 april in Utrecht