Specifiek Nederlands
Sinterklaas is erg Nederlands. Liegen over Sinterklaas is misschien nog het best te vergelijken met liegen over de kerstman, maar er zijn ook andere voorbeelden van ‘Sinterklaasachtigen’. Kok: “Naar mijn weten zijn andere voorbeelden niet zo groot als in de Nederlandse Sinterklaas.” Bovendien valt het Kok als ze naar deze figuren kijkt op dat het vaak angstaanjagende typjes kunnen zijn. “Je ziet dat onze Sinterklaasviering door de jaren heen wel minder spannend is geworden. In het buitenland zie ik nog wel meer die spanning. Er is vaak een duivelachtige figuur bij, bijvoorbeeld.”
Volksverhalen met een functie
Het Sinterklaasverhaal is een voorbeeld van een volksverhaal. Volksverhalen hebben voor kinderen vaak een morele boodschap over goed en kwaad. Soms zijn ze ook bedoeld om te zorgen dat kinderen zich aan bepaalde regels houden. In gebieden met veel water zijn bijvoorbeeld verhalen over zeemonsters, om te zorgen dat kinderen niet te dicht bij het water gaan spelen. Ook zijn er verhalen bekend over boemannen die kinderen meenemen als ze hun bed uit gaan. Die verhalen worden verteld om te zorgen dat kinderen ’s nachts in bed blijven. Verhalen met een opvoedkundige rol dus. Er worden ook normen en waarden doorgegeven via volksverhalen. Kok: “Bij Sinterklaas is dit deels ook zo. Maar ik zie wel een beweging: Veel ouders proberen het feest vooral positief in te vullen. En in 2020 heeft Sinterklaas in het Sinterklaasjournaal zijn excuses aangeboden voor het meenemen van kinderen in de zak, waarbij hij vertelde dat hij dat nu echt niet meer doet.”
Langetermijneffect
Maar is het erg dat we tegen kinderen liegen over het bestaan van Sinterklaas? “Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs dat liegen over Sinterklaas schadelijk is voor kinderen.” Er zijn wel onderzoeken gedaan, vooral naar de kerstman, en daaruit blijkt dat er eigenlijk geen langetermijneffect is. Sommige kinderen hebben er meer last van dan anderen. Maar je hoort ook veel dat kinderen het leuk vinden om vervolgens mee te mogen doen met de volwassenen, en dat dat veel goed maakt.
Kok vertelt over een onderzoek in Amerika in de jaren ’70, waarbij aan kinderen die inmiddels in het complot zaten, gevraagd werd wat zij dachten dat volwassenen moesten doen voor de jongere kinderen. Kok: “De overgrote meerderheid zei: ‘We moeten die kleinere kinderen wel blijven voorliegen over de kerstman, want ze hebben er zoveel plezier aan’.”
“Er is geen