Een grote meerderheid van de jongeren ervaart de eigen gezondheid als goed of zeer goed. Het aantal jongeren en jongvolwassenen met psychische klachten daalt gestaag sinds 2022. Dat blijkt uit de Landelijke Jeugdmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Tegelijkertijd is de berichtgeving over deze cijfers zorgelijk: jongvolwassenen denken negatiever over hun gezondheid en hebben meer psychische klachten. Praten we jongeren onterecht de put in?
Minder psychische klachten
In 2023 waren er minder jongvolwassenen van 18 tot 25 jaar met psychische klachten dan in 2022 en 2021, blijkt uit de cijfers van het CBS. Hier is dus een dalende trend zichtbaar. Wel ligt het aantal jongeren dat in 2023 psychische klachten ervaarde hoger dan vóór de coronapandemie. Het is niet duidelijk of er een oorzakelijk verband is tussen de coronapandemie en de ervaren psychische klachten. Daarover zijn op basis van de CBS-cijfers geen conclusies te trekken.
Verder zei 82 procent van de 18- tot 25-jarigen in 2023 dat hun fysieke gezondheid goed of zeer goed is. In 2020 was dat 91 procent.
Jongeren neergezet als kwetsbare groep
‘Het is opvallend hoe het CBS en media deze cijfers presenteren’, stelt Anita Kraak van het Nederlands Jeugdinstituut. ‘Met koppen als ‘Jongvolwassene negatiever over eigen gezondheid’ en ‘Vaker psychische klachten onder jongeren’ zetten zij jongeren collectief neer als een kwetsbare groep die niet herstelt van de schade door de coronapandemie. Dat geldt ook voor de nieuwe overheidscampagne Hey, het is oké. Die stelt dat de mentale gezondheid van jongeren onder druk staat en moedigt hen aan om te praten over stress en eenzaamheid. De impliciete boodschap lijkt dat praten over zulke normale gevoelens op dit moment blijkbaar niet oké is.’
Dweilen met de kraan open
‘Enerzijds krijgen jongeren de boodschap dat ‘normaal’ zijn’ de norm is’, vervolgt Kraak. ‘Dat falen een individueel probleem is en dat je alles kunt, als je maar wilt. En anderzijds worden jongeren collectief neergezet als kwetsbare groep en aangemoedigd om te praten over ‘anders’ zijn en over gevoelens van eenzaamheid of onzekerheid. Dat is dweilen met de kraan open.’
Campagnes zijn niet genoeg
‘Willen we de mentale gezondheid van jongeren versterken, dan zijn campagnes gericht op alleen jongeren en hun ouders niet genoeg. Dan moeten we ook kijken naar de invloed van omgevingsfactoren als huisvesting en bestaanszekerheid, en naar het gevoel erbij te horen. Dan zullen ook beleidsmakers, onderzoekers en journalisten kritisch moeten kijken naar hun eigen, soms onbewuste ideeën over mentale gezondheid en wat ‘normaal’ is. En zich bewust moeten zijn van het effect van hun keuzes op de mentale gezondheid van jongeren.’
Daar ziet Kraak ook een uitdaging voor het toekomstige kabinet. ‘Laten we elkaar niet uitsluiten of ziek praten op basis van dominante beelden en opvattingen. Maar samen op basis van kennis, feiten en maatschappelijke waarden de volgende generatie ondersteunen om gezond, veilig en met vertrouwen op te groeien. Want opvoeden doe je echt samen.’
Bron: nji.nl