Samenwerking in de regio
Dr. Esther Mesman, GZ-psycholoog en mede-initiatiefnemer van centrum KOPP legt uit: ‘In Nederland telt iedere schoolklas gemiddeld vijf KOPP-ers, veelal een onzichtbare groep. Deze kinderen hebben een groter risico om zelf ook psychische problemen te ontwikkelen. Problemen wil je zo snel mogelijk signaleren en indien nodig preventief handelen. Dan is samenwerking in de regio cruciaal.’ Het centrum KOPP werkt samen met gemeenten, de GGZ, verloskundigen, jeugdgezondheidszorg en andere maatschappelijke instellingen.
De combinatie van zorg met wetenschappelijk onderzoek naar de ontwikkeling en levensloop van (ongeboren) kinderen van ouders met psychiatrische problemen maakt het nieuwe centrum bijzonder. ‘We hebben in het Erasmus MC een rijke onderzoekshistorie naar de impact van psychiatrische klachten bij ouders op de ontwikkeling van het kind, al vanaf de zwangerschap tot in het volwassen leven. De resultaten van deze onderzoeken zetten we direct om naar klinische zorg, beleidsadviezen en de ontwikkeling van onderwijs.’
Patiënt centraal
In Nederland zijn er ongeveer vierhonderdduizend kinderen van ouders met psychische problemen – variërend van stemmingswisselingen tot depressie of een bipolaire stoornis. In elke schoolklas zitten gemiddeld vijf ‘KOPP’ers’. oor de omstandigheden thuis, maar ook door mogelijke erfelijke aanleg, lopen deze kinderen extra risico om zelf ook psychische problemen te ontwikkelen: 40 tot 60 procent komt op latere leeftijd psychisch in de knel. Vaak lopen die extra risico om zelf ook psychische problemen te ontwikkelen.
Het nieuwe centrum wil blijvend aandacht vragen voor die vaak onzichtbare doelgroep en streeft naar een zo’n breed mogelijke impact op de levens van ouders en kinderen. Dat gebeurt onder andere via een website, maar ook via publieksdagen voor gezinnen, beleidsmakers en hulpverleners.
Kijk voor meer informatie op de nieuwe website van centrum KOPP.