Integraal werken is in Kind & Adolescent Praktijk al vaker aan de orde gekomen: wat is het en hoe doe je dat in de praktijk? Laura Nooteboom en haar collega’s interviewden hulpverleners met verschillende expertise over hun visie op integraal werken. Dat levert zes nuttige aanbevelingen op die kunnen bijdragen aan succesvol integraal en flexibel samenwerken. De auteurs keken vooral naar de ideeën van hulpverleners, omdat het daar in het algemeen veel minder over gaat dan over het gezins- of het beleidsperspectief. Begrijpelijk in de context van een onderzoek. Toch kunnen al die verschillende perspectieven niet zonder elkaar.
Kun je als professionals in een gezin integraal samenwerken en de juiste hulp bieden als het beleid en de organisatie niet de juiste voorwaarden schept? Ik vrees van niet. Integraal en domeinoverstijgend met elkaar samenwerken vereist een zorglandschap, een financieringssysteem en organisaties die daartoe de mogelijkheden bieden. De praktijk is helaas anders, ondanks de goede bedoelingen waarmee de decentralisatie van de jeugdhulp in 2015 begon. In plaats van meer samenhang en integraliteit zien we alleen maar meer versnippering ontstaan.
Neem de inkoop van jeugdhulp. Jeugdhulpregio’s werkten in de afgelopen jaren nog redelijk samen. Op dit moment dreigen ze steeds vaker uiteen te vallen (de oplopende financiële tekorten helpen vast niet mee). Er komt steeds minder draagvlak voor gezamenlijk inkopen van jeugdhulp, bijvoorbeeld hulp waarvoor specialistische kennis (en dus schaalgrootte) nodig is. Veel gemeenten willen zelf regie over hun budget. Het gevolg voor organisaties: een enorme toename van het aantal contracten en een veelheid aan lokale, van elkaar verschillende eisen en voorwaarden. Voor professionals betekent het dat zij in elke gemeente, soms bij iedere cliënt, opnieuw de kaders moeten uitvinden.
Maar er is ook steeds meer versnippering in het jeugdlandschap. Nieuwe schotten en ‘knippen’ worden gezet, binnen en tussen organisaties. Denk aan het kunstmatige onderscheid tussen specialistische en hoogspecialistische jeugdhulp in sommige regio’s. Aan de cliëntprofielen, zorgintensiteiten, interventieniveaus en productencatalogi waarin hulpverleners hun weg moeten zien te vinden om de zorg ook gefinancierd te krijgen. Het wordt er niet eenvoudiger op als je met verschillende organisaties samenwerkt. En dan heb ik het nog niet eens gehad over versnippering op het gebied van innovatie en ontwikkeling in de jeugdhulp. De hoeveelheid projecten, ontwikkeltafels en expertteams is enorm; de kennis die het oplevert en vooral de benutting van die kennis helaas gering.
Integraal werken is het toverwoord om versnippering tegen te gaan, zeggen Laura Nooteboom en haar medeonderzoekers. Helemaal mee eens. Maar alleen als integraliteit en samenwerken niet alleen bij de hulpverleners tussen de oren zit, maar óók bij bestuurders, beleidsmakers en inkopers. Als ook deze mensen erkennen dat samenwerken een beter jeugdzorglandschap oplevert en bereid zijn verder te kijken dan hun gemeente groot is. Als ook de inkopers van jeugdhulp (en hun adviseurs) zich realiseren wat de door hun bedachte procedures en indelingen betekenen voor de mensen die er in de praktijk mee moeten werken. Dan pas kunnen we echt een stap vooruit zetten.
Maar nu genoeg gemopperd. In dit nummer lees je gelukkig genoeg om wél vrolijk van te worden. Bijvoorbeeld over het terugdringen van gedwongen afzonderen in de jeugdzorg en het versterken van opvoedzelfvertrouwen bij gezinnen met complexe problemen. Altijd fijn om ‘gewoon’ met de inhoud van ons vak bezig te kunnen zijn.
Marike Serra, hoofdredacteur van Kind en Adolescent Praktijk, werkt als adviseur bij Accare Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
Lees verder in Kind en Adolescent Praktijk nr. 2/2021 >
Steeds op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen?
Meld je aan voor de Kind en Adolescent Praktijk nieuwsbrief en volg ons op LinkedIn
Meld je aan voor de Kind en Adolescent Praktijk nieuwsbrief en volg ons op LinkedIn