Overgewicht bij kinderen neemt toe in Nederland, met risico’s voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Om de leefstijl van kinderen en gezinnen duurzaam te veranderen is een positieve, systeemgerichte aanpak nodig die verder kijkt dan de kilo’s.
Regelmatig berichten de media over te dikke kinderen. Ook in het licht van de coronapandemie is overgewicht en obesitas toenemend een onderwerp van zorg (Pietrobelli et al. 2020). Kinderen met obesitas hebben een grote kans om als volwassene nog steeds obees te zijn met verhoogde kans op onder andere cardiovasculaire aandoeningen en diabetes (Collaborators et al. 2017). Bij de aanpak van overgewicht bij kinderen hebben ook professionals in de geestelijke gezondheidszorg een belangrijke rol. Ze helpen kinderen en hun gezinnen bij mogelijke onderliggende factoren zoals ADHD, trauma, angst en stemmingsproblemen, vermijding, problemen met slapen, inactiviteit en met de emotionele gevolgen van overgewicht en pesten, zoals angst en stemmingsproblemen en een negatief zelfbeeld (Strauss 2000). Daarnaast kunnen zij een bredere bijdrage leveren. Denk aan het signaleren van overgewicht van kinderen die in zorg zijn, kinderen en ouders bewust maken van de gezondheidsrisico’s, hen motiveren om het overgewicht aan te pakken en hen hierbij ondersteunen.
De methode ‘Verder kijken dan de kilo’s’ (Van Mil en Struik 2015) die in dit artikel wordt beschreven, biedt hiervoor handvatten. De realistische doelen zijn gericht op het verbeteren van de gezondheidssituatie en het welbevinden van kinderen en hun ouders. Zij geven deze zelf vorm in een plan en voeren er zelf regie over. Deze aanpak helpt ook betrokken professionals om ouders en kinderen te ondersteunen. Na de invoering van de aanpak in de regio ’s-Hertogenbosch was onder negen- en tienjarigen een voorzichtige daling – of in elk geval een trendbreuk – zichtbaar in vergelijking met de regio waar deze methode niet werd toegepast; daarna gooide de pandemie roet in het eten.
Overgewicht als natuurlijke reactie
In de methode ‘Verder kijken dan de kilo’s’ wordt overgewicht gezien als een natuurlijke reactie van ons lichaam op de omgeving in plaats van een defect (Ebbeling en Ludwig 2013). We zijn geprogrammeerd om te overleven en brandstof op te slaan voor tijden van schaarste. Overgewicht ontstaat niet doordat kinderen zwak zijn of geen zelfbeheersing hebben. Ze hebben juist een zuinige motor waar ze trots op mogen zijn. Die zuinige motor betekent dat het kind of minder brandstof nodig heeft (anders eten) of meer kilometers moet maken (meer bewegen). Daarbij zijn er altijd meerdere factoren, op kindniveau (lichamelijk, medisch, cognitief, sociaal-emotioneel) en op systeemniveau (sociaal-economische omstandigheden, problematiek ouders of broers en zussen, pedagogische kwaliteiten), die een oorzakelijke of in stand houdende rol kunnen spelen (Koehly en Loscalzo 2009). Overgewicht is daarmee