Korte, intensieve behandelvormen kunnen effectief en veilig (dus geen toename van suïcidaliteit) zijn voor PTSS-klachten, weten we uit onderzoek bij volwassenen (Hoppen et al., 2023, Jongh et al., 2020). In de kind- en jeugdpsychiatrie is echter nog niet zo veel bekend over het effect en beloop van dergelijke intensieve behandelingen. Consensus over interventiekeuze, tijdsduur en frequentie van therapiemodules ontbreekt. Toch zijn er enkele studies die een eerste indicatie geven dat intensieve traumabehandeling ook positieve effecten heeft voor jongeren; deze onderzoeken zijn echter gebaseerd op een zeer kleine steekproef (o.a. Hendriks et al., 2017) of vonden plaats in een klinische setting bij cliënten met LVB (o.a. Ooms-Evers et al., 2021)
Korte intensieve traumabehandeling bij jongeren
Korte Intensieve Traumabehandeling (KIT) kan geschikt zijn voor ernstig getraumatiseerde jongeren met complexe problematiek. Hoewel het aantal PTSS-classificaties na de KIT-week niet direct afneemt, vermindert de ernst van de klachten en is na drie maanden het aantal PTSS-classificaties wél gedaald.
Om de kennis over intensieve traumabehandeling in de kind- en jeugdpsychiatrie verder uit te breiden, heeft het TOPGGz-centrum Trauma & Gezin van Levvel een korte intensieve traumabehandeling (KIT) ontwikkeld voor jongeren met complexe PTSS, dat wil zeggen meervoudig trauma met PTSS- en comorbide klachten. Het primaire doel van de ontwikkeling van deze behandelmodule is het verminderen van de PTSS-klachten en het opheffen van stagnatie in het therapieproces, zoals vermijding en uitval tijdens de behandeling. Zo zullen er minder dropouts zijn en kan de jongere verder profiteren van het reguliere, poliklinische aanbod.
Posttraumatische stressstoornis (PTSS conform de DSM-IV) komt relatief vaak voor. Ruim twee derde van de kinderen maakt voor het achtttiende levensjaar een (zeer) ingrijpende gebeurtenis mee, bijvoorbeeld een ernstig ongeluk, mishandeling of seksueel misbruik (Copeland et al., 2007). Bij 8 tot 33 procent van deze kinderen leidt dit tot een PTSS met klachten zoals herbelevingen, vermijding en negatieve cognities en verhoogde prikkelbaarheid (Alisic et al., 2014). De impact van PTSS op het leven van een kind is groot en gaat vaak gepaard met comorbide klachten, zoals angst- en stemmingsproblematiek of gedragsproblemen (Alisic et al., 2014), wat de kans op bijvoorbeeld schooluitval en sociale isolatie vergroot. Ook komt risicogedrag vaak voor, zoals zelfbeschadiging en suïcidaliteit (Lewis et al., 2019). De kwetsbaarheid van deze kinderen maakt efficiënte behandeling van groot belang.
Om vroegtijdige uitval tijdens de behandeling tegen te gaan en deze ingrijpende problematiek effectiever te behandelen, zijn in Nederland verschillende, intensieve traumabehandelingen voor handen. De meest effectief bewezen behandelingen voor kinderen en jongeren zijn Trauma Focused Cognitive Behavioral Therapy (TF-CBT) en EMDR (Eye Movement Desensitisation Reprocessing) (Bastien et al., 2020; Diehle et al., 2015). Deze behandelvormen kennen echter een relatief lange looptijd (6-8 maanden) en in