Kinderen met een migratieachtergrond worden op school vaker gepest en afgewezen dan andere kinderen. Deels verklaart dit dat zij vaker gedragsproblemen hebben. Hun achterblijvende schoolprestaties zijn hierdoor echter niet te verklaren; wel door verschillen in taalvaardigheid, werkgeheugen en aandachtsproblemen.
Kinderen uit gezinnen met een migratieachtergrond staan voor de dubbele uitdaging van opgroeien in twee verschillende culturen: de cultuur van thuis en de dominante cultuur van de ontvangende samenleving op school en daarbuiten. Veel van deze kinderen hebben bovendien te maken met sociale en economische problemen in het gezin. Hun psychosociale ontwikkeling kan daarbij worden belemmerd door armoede, beperkte culturele socialisatie, beperkte sociaal-emotionele steun en cognitieve stimulatie thuis en slechte aansluiting tussen thuis- en schoolmilieu. Met name kinderen van niet-westerse migranten moeten daarbij een grote culturele afstand overbruggen. Bij kinderen met een niet-westerse immigratieachtergrond zien we dan ook vaker emotionele en gedragsproblemen, meer sociale problemen en lagere schoolprestaties.
Deze bevindingen zijn niet nieuw. In een groot onderzoek uit 2003 onder kinderen van Nederlandse, Marokkaanse en Turkse herkomst raportteerden leerkrachten bijvoorbeeld twee keer zoveel gedragsproblemen bij Marokkaanse leerlingen als bij de andere twee groepen (Stevens et al. 2003). Ook andere studies vonden verhoogde niveaus van oppositioneel opstandig gedrag, gedragsproblemen en activiteits/aandachtsproblemen bij kinderen met niet-westerse achtergrond. Opvallend genoeg rapporteren leerkrachten vaak evenveel of minder emotionele problemen voor deze groep. Jongeren van de eerste en tweede migrantengeneratie rapporteren echter in vergelijking met leeftijdgenoten zelf óók meer emotionele en gedragsproblemen en daarbij is er geen duidelijk verschil tussen de ontvangende landen te zien (Stevens et al. 2015). Zowel eerste- als tweedegeneratie adolescenten met een migratieachtergrond rapporteerden lagere niveaus van tevredenheid met hun leven en hogere niveaus van vechten en pesten dan hun autochtone leeftijdgenoten.
Lagere sociale status is al
te zien in groep drie
Het meeste van dit onderzoek is echter cross-sectioneel van aard en laat geen conclusies toe over verschillen in ontwikkeling. Daardoor weten we niet wanneer deze verschillen zichtbaar worden en hoe ze zich wellicht al in de loop van de basisschool ontwikkelen.
Lagere schoolprestaties
Hoewel de onderwijsresultaten van migrantenkinderen wel elk jaar beter worden, blijven de onderwijsresultaten van kinderen en jongeren met een niet-westerse migrantenachtergrond beduidend minder goed dan die van leeftijdgenoten. Daardoor ervaren ze meer belemmeringen bij de toegang tot de arbeidsmarkt en bereiken ze een lager beroepsniveau (Heath et al. 2008). Slechte onderwijskwalificaties verhogen de kans op sociale immobiliteit en economische ongelijkheid. In vergelijking met hun oorspronkelijk Nederlandse leeftijdgenoten zijn niet-westerse allochtone jongeren vaker werkloos, verlaten ze vaker de school zonder eindkwalificatie, blijven ze vaker zitten en volgen ze vervolgonderwijs op een lager niveau (SCP 2014).
In Nederland blijken de prestaties van kinderen
Premium
Wil je dit artikel lezen?
Al abonnee? Log dan in