Van tv’s, mobieltjes, laptops, tablets, e-readers tot vaak ook nog meerdere gameconsoles: een gemiddeld huishouden beschikt algauw over een dozijn beeldschermen. Door de opkomst van al die technologieën de afgelopen decennia besteden ook peuters en kleuters steeds meer tijd aan digitale media (Nikken, 2019). Organisaties als de WHO en Amerikaanse kinderartsen (AAP) hebben daarom recentelijk richtlijnen opgesteld voor een gezonde balans tussen enerzijds mediagebruik, dat vaak gepaard gaat met stilzitten, en anderzijds slapen en beweging, liefst in de buitenlucht (AAP 2016; WHO 2019). Voor kinderen tot twee jaar wordt bijvoorbeeld geadviseerd het beeldschermgebruik zo veel mogelijk te beperken, terwijl voor kinderen tot vijf jaar één uur beeldschermgebruik per dag als voldoende wordt beschouwd. Kinderen tot circa twaalf jaar zouden hun schermtijd moeten beperken tot maximaal twee uur per dag. Daartegenover staan ook normen voor hoe lang kinderen per dag minimaal beweging zouden moeten hebben (Gezondheidsraad, 2017) en wat per leeftijd gezonde slaaptijden zijn (National Sleep Foundation, 2015) (zie tabel 1).
Tabel 1
Beeldschermgebruik
|
Buiten bewegen
|
Slapen
|
|
---|---|---|---|
0 jaar
|
0
|
60
|
660
|
1 jaar
|
0
|
60
|
660
|
2 jaar
|
0
|
60
|
660
|
3 jaar
|
60
|
60
|
600
|
4 jaar
|
60
|
60
|
600
|
5 jaar
|
60
|
60
|
600
|
6 jaar
|
120
|
60
|
540
|
De resultaten uit deze grote studie en de relatieve geruststelling, die er uit lijkt te klinken, laten onverlet, dat de directe en indirecte invloed van het zitten (wat veel te vroeg wordt toegestaan) en het vooral het vele ingezakt zitten, doet op de biologische ontwikkelingsprocessen van de orgaansystemen niet naar ernst worden geschat. Die orgaansystemen zijn alle, juist ook het Centraal Zenuwstelsel en het brein, afhankelijk van zoveel mogelijk bewegen. Het afremmen van de natuurlijke bewegingsdrang vanaf bijna de geboorte door stoetjes, bankhangen, aandachtattractie door media is nog nimmer zo ernstig geweest als nu, nog versterkt door corona. In de klassieke orthopedie en opvoedkunde was dit verband bekend en gevreesd.
Het onlangs vrijkomen van onderzoek uit het Generation R project Erasmus MC , waarbij op zo’n 550 MRI’s van 9-jarige (!) kinderen al in 73% een tussenwervelschijf van matige kwaliteit gevonden werd betekent een omineus teken voor de duurzame gezondheid van het steun- en bewegingsapparaat. Ook bij onderzoek door de Sportbonden en de Onderwijsinspectie is de grote achterstand in motorische ontwikkeling bij 5-7 jarigen geen fijn vooruitzicht voor later.
De foto bij het artikel is ook voor dit orthopedisch betoog illustratief.