Agressie door LVB-jongeren in orthopedagogische behandelcentra gaat vaak samen met een negatieve bejegening door jeugdzorgwerkers. Wanneer JZW’ers jongeren positief benaderen vermindert dat hun agressie; een negatieve houding verergert het. Het lijkt een open deur, maar in de praktijk is het lang niet vanzelfsprekend.
In orthopedagogische behandelcentra (OBC) voor jongeren met een licht verstandelijke beperking vinden veel agressie-incidenten plaats (Moonen & Douma, 2016). Uit een recente inventarisatie door Wissink e.a. (2019) voor de Commissie Onderzoek naar Geweld in de Jeugdzorg blijkt dat jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB) wekelijks tot dagelijks fysiek geweld plegen. Dit komt deels voort uit het gegeven dat jongeren met een LVB ongeveer twee keer zoveel gedragsproblemen vertonen als jongeren zonder LVB (Dekker e.a., 2006). Onder gedragsproblemen worden ongewenste gedragingen verstaan die voor de omgeving of de jongere zelf storend zijn. Hieronder vallen psychosociale problemen (zoals emotionele oftewel internaliserende problemen; denk aan angst, teruggetrokkenheid, depressieve gevoelens en psychosomatische klachten), externaliserende gedragsproblemen (zoals agressief gedrag, onrustig gedrag en delinquent gedrag) en sociale problemen.
Dat jongeren met een LVB (IQ-score tussen de 50 en de 85) vaker gedragsproblemen vertonen, is deels te verklaren uit (sociaal-)cognitieve kwetsbaarheden, zoals beperkingen in de executieve functies. Zo hebben jongeren met een LVB veelal een zwak werkgeheugen (Van der Molen e.a., 2009) waardoor ze moeite hebben om in gesprekken of bij instructies alle relevante informatie op te pikken en te onthouden. Daarnaast is aangetoond dat jongeren met een LVB de bedoelingen van anderen eerder als vijandig interpreteren, wat leidt tot agressiever reageren (Van Nieuwenhuijzen e.a., 2011). Deze eigenschappen maken deze jongeren kwetsbaarder voor risicofactoren die in hun omgeving veel voorkomen, waaronder (multipele) problemen in het gezin zoals armoede of een LVB bij een of beide ouders, beperkingen in de opvoeding, afwijzing door leeftijdgenoten, deviante vriendengroepen en problemen op school. De omgevings- en gezinsfactoren spelen een rol in het ontstaan van de problemen en/of hebben een entamerende rol. Jongeren met een LVB komen vaak uit gezinnen waarin sprake is van pedagogische onmacht. Hierdoor kan niet goed worden ingespeeld op het specifieke vormingsproces dat een jongere met LVB nodig heeft. Uit ander onderzoek bij jongeren die aangewezen zijn op hulpverlening blijkt dat jongeren met LVB vaak aansluiting vinden bij jongeren met criminele intenties.
LVB-jongeren plegen meer fysiek geweld; soms zelfs dagelijks
Vanwege de kenmerken van jongeren met een LVB en hun omgeving is een specifieke aanpak noodzakelijk. Soms is het daarbij nodig een jongere tijdelijk