“Als tiener was ik erg ondernemend. Lezen, schaken, buitenspelen, vissen, spoortreintjes bouwen, schieten met de windbuks, dingen ‘maken’ en uitvindingen doen.
Mijn ouders, maar ook school, gaven me daarvoor ook de gelegenheid. Ik voel me bevoorrecht dat ik hiermee een brede vorming heb gekregen en veel ervaringen heb kunnen opdoen.”
Wat maakt het brein van een tiener zo bijzonder ten opzichte van het brein van een kind of een volwassene?
“Het brein van een kind is gericht op ervaringen opdoen en kennis verkrijgen die nodig is om zichzelf te redden. Kinderen leren ook over sociale relaties, maar vooral binnen de context van het gezin. De tiener doet ervaringen op in een veel bredere sociale groep, denk aan school, sportclub of gewoon ‘hangen op het plein’. Het tienerbrein is dus vooral een sociaal brein en gericht op de sociale omgeving om daar kennis en ervaringen uit te halen. De volwassene heeft in principe alle ervaringen verworven die nodig zijn om zelfstandig te kunnen functioneren. De tiener heeft de relatief beschermende thuisomgeving nog nodig.”
Bestaan er ook gevaren aan het tienerbrein?
“Ja, we weten dat tieners meer risico lopen om in zeven sloten tegelijk te lopen, voortijdig te overlijden, geestelijk geknakt te worden et cetera. Dat komt omdat de hersenen van de tiener zo gericht zijn op nieuwigheid. Daarom is het belangrijk dat de tiener goed wordt begeleid door ouders, school, coaches enzovoorts. Ook vormt het relatief ‘lege’ tienerbrein een risico. Tieners zijn vatbaarder voor indoctrinatie. Ze melden zich bijvoorbeeld sneller aan bij het leger zonder zich te realiseren dat de kans op ernstige consequenties, zoals fysiek of emotioneel gewond raken, dan veel groter wordt. Wel een actueel en explosief onderwerp trouwens.”
Waarom zijn juist tieners zo gevoelig voor groepsdruk en groepsvorming?
“Omdat ze met die groepen ervaring moeten opdoen. Die ervaring zit immers niet