Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Inclusief onderwijs komt er gewoon, het kan niet anders’

Dolf van Veen is buitengewoon hoofddocent Passend onderwijs en jeugdhulp (Hogeschool Windesheim), bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Nottingham en hoofd van het Nederlands Centrum Onderwijs en Jeugdzorg. Hij heeft een warm hart voor inclusief onderwijs en pleit voor hechte samenwerking tussen alle partijen.

In gesprek met Dolf van Veen keren sommige termen opvallend vaak terug. Samenwerking. Beelden. Maar ook: ‘rustig aan’. Zijn bevlogenheid en optimisme over meer inclusief onderwijs werken aanstekelijk, maar vliegen nergens uit de bocht. Waar nodig nuanceert hij zijn verhaal met realisme over en empathie voor de dagelijkse praktijk.

Van Veen, zelf kind uit een groot gezin, heeft nooit een moment spijt gehad van zijn keuze om pedagogiek te gaan studeren. “Ik heb voor de richting orthopedagogiek gekozen met een focus op kinderen met leer- en gedragsproblemen. ‘s Avonds werkte ik op een residentiele kinderpsychiatrieafdeling. Dat was heerlijk. Dan liep ik om een uur of vier binnen, at mee en ging om tien uur weer naar huis. Op de afdeling zaten vooral kinderen met psychoses en neuroses, erg leuk werk. Na twee jaar ging ik stage lopen bij een kinderbeschermingsinstelling in Amsterdam, waar met name verwaarloosde kinderen met gedragsproblemen zaten. Toen is mijn interesse gewekt voor de relatie tussen onderwijs en hulpverlening. Ik merkte dat onderwijs voor de kinderen in de internaten niet zo’n grote prioriteit had. Dat vond ik vreemd, omdat ik dacht dat het juist voor die kwetsbare groep kinderen van belang was dat ze gestimuleerd zouden worden. In de psychiatrie was het toentertijd gebruikelijk om eerst de stoornissen en emotionele problemen aan te pakken en pas daarna aan onderwijs te denken. Inmiddels houd ik me zo’n 35 jaar bezig met onderwijs en hulpverlening. Het is de rode draad in mijn loopbaan.

De laatste jaren richt ik me vooral op het verbeteren van de zorgstructuur op scholen: niet alleen het ondersteunen van de leerbehoeftes van leerlingen, maar vooral ook de ondersteuning van scholen door de hulpverlening. Dat laatste is hard nodig, want in Nederland hebben we niet echt een traditie van inclusief onderwijs. Lange tijd hebben we veel speciale voorzieningen gehad voor kinderen met een beperking of gedrags- en leerproblemen. Denk aan LOM en MLK, maar ook het buitengewoon of speciaal onderwijs. Voor elke stoornis hadden we wel een aparte school. Mijn vroegere leermeester, professor Zuidhof, noemde dat schertsend ‘het dierenrijk van het speciaal onderwijs’. Ergens in de jaren tachtig, negentig hebben we een paar belangrijke afslagen gemist naar meer inclusief onderwijs. In verschillende Europese landen, maar ook in Amerika, Canada en Australië ging men daar toen over nadenken: kinderen moesten samen opgroeien en naar school gaan. Sociale integratie betekende ook onderwijskundige integratie.

Premium

Wil je dit artikel lezen?


    Al abonnee? Log dan in