Van contextuele theorie naar praktijk
Jaap van der Meiden, 2020
Uitgeverij: Coutinho
ISBN: 978 90 46907 450
200 bladzijden
Prijs: € 26,95
De invloed van Ivan Boszormenyi-Nagy (1920-2007) op de gezinstherapie is nog altijd groot. Als scientist practitioner onderscheidde Nagy zich onder andere door zijn integratieve visie op relaties, zijn onderzoek naar en ontwerp van een nieuw taalveld en zijn werk als therapeut. Tegelijkertijd blijft het gedachtegoed van Nagy, zeker in vergelijking met andere, wetenschappelijk beter onderbouwde theorieën, lastig te plaatsen in het werkveld. Want hoe pas je begrippen als ‘legaat’ en ‘balans van geven en ontvangen en rechtvaardigheid’ nu precies toe op de problemen die gezinnen ervaren in relaties? Jaap van der Meiden, onder andere werkzaam als systeem- en contextueel therapeut bij de Christelijke Hogeschool Ede, promoveerde op de bruikbaarheid van Nagy’s theorie voor de moderne praktijk en baseerde daarop zijn boek Van contextuele theorie naar praktijk. Hierin presenteert hij een verhelderend model als richtlijn voor het begrijpen en toepassen van de opvattingen van Nagy.
Het boek begint met een beschrijvende uitleg van de belangrijke concepten van de contextuele theorie, zoals de fundamentele afhankelijkheid van de mens van de band met de ander. Hierop sluit ook het kernbegrip ‘relationele ethiek’ (de ethische verbondenheid tussen mensen om zorg te ontvangen en te dragen) aan, dat de rode draad vormt door het boek. Abstractere termen als ‘loyaliteiten’, ‘gerechtigde aanspraak’ en ‘meerzijdige partijdigheid’ gaan meer leven door de uitleg, voorbeeldfragmenten van Nagy zelf en het overzicht van Van der Meiden. Het aanvullende online materiaal, zoals filmfragmenten en kennisvragen, werkt daarbij ondersteunend en is didactisch gezien afgestemd op studenten. Toch blijft de oorspronkelijke terminologie ingewikkeld en vraagt her en der om meermaals bestuderen om de kern goed door te laten dringen.
Het model van Van der Meiden, onderbouwd door twee recente studies, beschrijft de therapie als een circulair proces van hechte verbindingen verkennen, bewerken en versterken. Het bijvoeglijke naamwoord ‘hecht’ lijkt hierbij vooral te verwijzen naar de onlosmakelijke verbintenis (loyaliteiten) en niet zozeer naar een classificatie van de ervaren relaties. Van der Meiden beschrijft hoe de therapeut in de eerste fase onderzoek kan verrichten naar de verbondenheid en het narratief van de verschillende relaties. Hij zet helder uiteen hoe de therapeut onder meer een loyale context kan creëren, aandacht kan besteden aan wie op welke manier van betekenis zijn en verhalen kan verkennen. Zo komt het opbouwen van de therapeutische alliantie dichterbij.