Maartje van Sonsbeek wil met haar proefschrift aandacht vragen voor het gebruik van feedback in behandelingen van jeugdigen en hun ouders in de jeugd-GGZ.
Maartje van Sonsbeek promoveerde op 14 juni 2023 aan de Radboud Universiteit op haar proefschrift Feedback in mental health care – towards a shared stethoscope of clinicians and clients.
Waarom dit onderzoek?
Zowel uit de literatuur als uit ervaring weet ik dat psychologische behandelingen vaak onvoldoende effect hebben. Ruim de helft van de jeugdigen gaat niet vooruit of verslechtert zelfs tijdens de behandeling. Measurement-based care (MBC) zou kunnen helpen om behandelingen te verbeteren. Bij MBC vullen jeugdigen en hun ouders tijdens de behandeling vragenlijsten in over de klachten, kwaliteit van leven en het behandelproces. De resultaten noemen we ‘feedback’. Bij elke meting bespreekt de behandelaar deze met de jeugdige en zijn ouders om na te gaan hoe de behandeling kan worden verbeterd. Er is echter weinig bekend over hoe feedback precies werkt. Bovendien wordt dit middel in de praktijk nauwelijks gebruikt. Ik wilde nagaan of we de randvoorwaarden voor het gebruik van feedback konden optimaliseren om zo het gebruik te verbeteren.
Wat heb je ontdekt?
Het lukte om aan een aantal randvoorwaarden te voldoen voor het gebruik van feedback. We vertaalden twee vragenlijsten die goed bruikbaar bleken in Nederland. Uit de Evidence-Based Practice Attitude Scale (EBPAS) bleek dat behandelaars een positieve houding hadden ten aanzien van evidencebased interventies zoals feedback. De Treatment Support Measure (TSM) bleek behandelaars te kunnen helpen door de feedback aan te vullen met concrete tips om de behandeling te verbeteren. Helaas lukte het niet om feedback goed te implementeren in de dagelijkse praktijk. Ondanks allerlei implementatieacties, ontwikkeld mét en vóór behandelaars, maakten zij nauwelijks gebruik van feedback. Implementatie en gebruik van feedback in de jeugd-GGZ blijkt zeer complex te zijn.
Wat hebben professionals, ouders en kinderen eraan?
In mijn proefschrift staan allerlei tips en adviezen om implementatie en gebruik van feedback te verbeteren. Organisaties zouden behandelaars kunnen helpen door hen meer tijd te geven om feedback goed te implementeren in de dagelijkse praktijk. Maar ook door hen training, bijscholing, intervisie en supervisie te bieden, zodat zij feedback blijven gebruiken. Jeugdigen en ouders zouden geholpen zijn door hen de feedback al te mailen vóór een behandelafspraak. Zo kunnen zij alvast nagaan wat de resultaten betekenen. Zij zouden ook geholpen kunnen worden door hun feedback, net als die van de behandelaar, aan te vullen met tips om de behandeling te verbeteren. Dit zou hen kunnen helpen de feedback te interpreteren en het gesprek met hun behandelaar aan te gaan. Alleen als iedereen het belang inziet en gaat uitstralen, kan feedback onmisbaar worden in de behandeling van jeugdigen en hun ouders in de GGZ, zodat behandelaars, jeugdigen en ouders sámen naar de klachten van jeugdigen en ouders luisteren, de behandeling volgen en zonodig bijsturen. Hopelijk kunnen we zo meer jeugdigen en ouders helpen.