Interview met Alida Hielema en Marjan de Lange | Wat kunnen we leren van hulpverleningstrajecten die eindigen in complexe problemen en inzet van specialistische jeugdhulp? Die vraag onderzoeken professionals en beleidsmakers samen met jeugdigen en hun ouders in het onderzoek ‘Ketenbreed Leren’. Duidelijk is nu al dat problemen vaak ver teruggaan.
“Ik ben verwarmingsmonteur. Als ergens een probleem is, ga ik eerst op zoek naar de oorzaak, voordat ik het kan oplossen. Het lijkt wel of ze dat niet doen. Ze zijn de hele tijd alleen maar bezig met proberen brandjes te blussen.” – Stef (een vader)
Deze quote is in een notendop de aanleiding voor het onderzoek ‘Ketenbreed Leren’ dat Accare samen met Levvel, Karakter, Curium en Horizon uitvoert. De afgelopen jaren bleek namelijk uit verschillende kleinschalige onderzoeken dat de problematiek van jongeren en het gezin te weinig en met onvoldoende deskundigheid wordt geanalyseerd voorafgaand aan de inzet van specialistische en zeer intensieve jeugdhulp. Het gevolg daarvan is dat passende en effectieve interventies te weinig of te laat zijn ingezet. Ketenbreed Leren moet daar verandering in brengen. Marjan de Lange en Alida Hielema vertellen er meer over.
Marjan: “We hebben de afgelopen jaren vaak gesproken over wat allemaal beter kan in de jeugdzorg en hoe we kunnen voorkomen dat zwaardere vormen van jeugdhulp nodig zijn. Maar nog nooit is samen met kinderen, ouders en professionals een grootschalig onderzoek gedaan naar de factoren en patronen die maken dat kinderen aan die zogenaamde achterkant van de zorg terechtkomen. We hebben het dan over kinderen die bijvoorbeeld in crisisgroepen of klinieken in de jeugd-ggz, orthopedagogische behandelcentra, de gesloten jeugdzorg of justitiële inrichtingen terechtkomen. Terwijl we juist veel kunnen leren van gezinnen die te maken krijgen met het einde van de jeugdhulpverleningsketen.”
‘Het hele leven komt voorbij, ook mooie ervaringen’
Alida: “Het doel is om 75 van deze jongeren en hun ouders te interviewen over hun leven. Het interview met de jongere vormt altijd de start van het casusonderzoek. Op basis van dit interview brengen we zijn of haar volledige levensverhaal in kaart – vanaf de geboorte tot nu. Waar hebben ze gewoond? Hoe vaak zijn ze verhuisd? Waar gingen ze naar school en hoe hebben ze die tijd ervaren? Hebben ze hulp gehad in het verleden, hoe zag die hulp eruit en wat leverde het op? Welke mensen waren op welk moment in hun leven belangrijk voor ze? We lopen het leven van de jongere dus op allerlei verschillende gebieden langs en stippen daarbij de leuke én minder leuke ervaringen aan. Datzelfde doen we in een andere sessie met de ouders, die vaak weer andere of aanvullende informatie kunnen geven. De levensverhalen van het kind en de ouders proberen we vervolgens samen