Ruis speelt helaas een veel te grote rol in de oordeels- en besluitvorming in de jeugdzorg. Om dit tegen te gaan, is een goede, systematische verklarende analyse onmisbaar.
We weten dat dat twee hulpverleners bij een en dezelfde casus verschillende analyses en verschillende behandelingen kunnen voorstellen. Kahneman et al. (2021) noemen dat ruis: de variatie van professionele oordelen over dezelfde zaak die gelijkluidend zouden moeten zijn. De ruis in de jeugdzorg is enorm. Iedereen die wel eens een jeugdige heeft doorverwezen of doorverwezen heeft gekregen, herkent dit. Teveel ruis maakt de hulpverlening tot een loterij. Dus als onze inter- en intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid hinkt, moet daar iets aan gebeuren. De hoop is gevestigd op het verbeteren en systematisch uitvoeren van een verklarende analyse als voorbereiding op besluitvorming over interveniëren. We mogen nu niet wijzen naar wetten, gemeenten, financiën of managers. Dit is een levensgroot probleem en het ligt bij onszelf.
We hebben in een eerdere column (‘Schot in het duister’, KAP 2021, nr. 2) gewezen op het belang van een scherpe formulering van de problematiek die de opdracht vormt voor de verklarende analyse. Wanneer we die preciezer willen beschrijven, zijn er twee mogelijkheden. Het kan gaan om verschijnselen die er niet zouden moeten zijn, die we niet verwachten van een ouder of jeugdige. Het kan ook zijn dat bepaalde kwaliteiten schitteren door afwezigheid. Denk bij een jeugdige aan ontwikkelingsmijlpalen, sociaal gedrag, zelfregulatie of autonomie die we gezien de leeftijd mogen verwachten, maar helaas ontbreken.
De ecologische kritiek op psychologie en hulpverlening heeft ons geleerd dat professionele concepten, theorieën en meetinstrumenten vooral nuttig zijn als ze helpen bij het begrijpen van het functioneren in het dagelijks leven thuis, op school en onder leeftijdgenoten. Door een verklarende analyse proberen we zowel te begrijpen wat zich voordoet dat er niet zou moeten zijn, als wat gewenst is, maar ontbreekt. De probleemformulering vormt een anker als deze samen met ouders en jeugdigen tot stand komt, betrekking heeft op het dagelijks leven zoals zij dat ervaren en zo is verwoord dat zij zich er volledig in herkennen. Hoe concreter, hoe minder kans op ruis. Probleemformuleringen als ‘Het vertrouwen is weg’ of ‘De emotionele veiligheid van de klas staat onder druk’ (we komen ze echt tegen) is veel te vaag als vertrekpunt.
Verklaringsmodel als bron van ruis
De volgende stap is het zoeken naar condities of invloeden die de problematiek hebben uitgelokt of doen ontstaan, in stand houden, verergeren of doen afnemen. Bij de keuze van de invloeden die we opvoeren, is opnieuw veel ruis mogelijk die we ons niet kunnen permitteren. Dat kan opnieuw tot