Dweilen met de kraan open. Zo omschrijft Jutka Halberstadt, universitair docent Kinderobesitas aan de Vrije Universiteit en onderzoeksleider van Care for Obesity, de strijd tegen ernstig overgewicht bij kinderen. Tijdens ons gesprek in een koffietent op de Amsterdamse Zuidas windt Halberstadt er geen doekjes om: de politiek moet haar verantwoordelijkheid nemen voor de steeds zwaarder wordende Nederlandse bevolking. Het lijkt wel alsof er is meegeluisterd, want een week later opent het kabinet eindelijk de aanval op ongezond eten. Het wil vooral in de buurt van scholen nieuwe vestigingen van fastfoodketens tegenhouden, reclame voor onge- zond eten aan banden leggen en scholen wettelijke mogelijkheden bieden om het aanbod van snoep en snacks op en rond scholen te beperken. De details moeten nog uitgewerkt, maar het is een eerste stap in de goede richting. En dat wordt hoog tijd, als je Halberstadt beluistert. “Een frietje bij de snackbar om de hoek van de school, een kilo paaseitjes voor een paar euro: voor kinderen is het ontzettend moeilijk om alle ongezonde verleidingen te weerstaan.” Bijna een op de zes kinderen is dan ook te zwaar. Drie procent van de kinderen – gemiddeld één kind per schoolklas – heeft ernstig overgewicht, ofwel obesitas. Deze chronische ziekte wordt niet alleen veroorzaakt door meer te eten dan je lijf nodig heeft, maar is een samenspel van allerlei verschillende factoren. Dat maakt het een zogeheten wicked problem dat moeilijk op te lossen is, aldus Halberstadt.