Recent tweette een wethouder enthousiast over de afspraak in zijn gemeente dat alle kinderen die worden besproken in sociale team automatisch worden gesignaleerd in de verwijsindex. Maar is dit wel in overeenstemming met de wet?
De Verwijsindex Risicojongeren (VIR) bestaat sinds 2010 en is te vinden in de Jeugdwet. Als je regels goed wil begrijpen dan moet je niet alleen kijken naar de letter van de wet kijken, maar ook naar de geest, de bedoeling van de wet. Deze is vaak te vinden in de parlementaire stukken. De bedoeling van de VIR is dat de jeugdige in een zo vroeg mogelijk stadium de zorg, hulp of bijsturing krijgt die hij nodig heeft om zich te ontwikkelen tot volwassene. De VIR is het instrument om professionals die een risico signaleren bij een jeugdige samen te brengen.
Een professional kan een signaal afgeven in de VIR, een lokaal systeem dat op landelijk niveau gekoppeld is, waardoor kinderen waarover zorg bestaat niet van de radar kunnen verdwijnen als ze verhuizen. De VIR is geen kaartenbak waarin professionals kunnen kijken of iemand gesignaleerd staat. De informatie wordt alleen toegankelijk als een professional zelf een signaal heeft afgegeven en daarbij de volgende informatie geeft: het BSN van de jeugdige en de naam en organisatie van de professional. Er ontstaat een match als er ook een signaal is afgegeven door een andere professional. Bij een match worden de contactgegevens van de melders uitgewisseld. Voor het uitwisselen van inhoudelijke informatie is echter wel toestemming nodig van de jeugdige of wettelijk vertegenwoordigers. Sinds 2015 is de VIR uitgebreid met een gezinsfunctionaliteit, waardoor ook een match ontstaat met professionals die een signaal hebben afgegeven over broertjes, zusjes of andere kinderen die op het adres wonen, waardoor de kring groter is geworden.
De VIR is een instrument en geen doel op zich. De professional kan het inzetten om andere professionals te vinden of zelf vindbaar te zijn om zorg, hulp en bijsturing af te stemmen. Daar waar je met het gezin de betrokken hulpverleners in kaart kan brengen, kan een verplicht gebruik van de VIR leiden tot een onnodige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen. In overleg met het gezin kan dan rechtstreeks informatie worden uitgewisseld, afgestemd en wellicht kan de zorg zelfs gezamenlijk worden uitgevoerd, dat was immers de bedoeling.
Een signaal afgeven in de VIR is een meldrecht. Dat wil zeggen dat