Anne Marsman wil met haar proefschrift aandacht vestigen op het belang van aandacht voor de rol van het lichaam bij psychische klachten.
Anne Marsman promoveerde op 3 november 2021 aan de Universiteit Maastricht op haar proefschrift 'Beyond disease and disorder: exploring the longlasting impact of childhood adversity in relation to mental health'.
Waarom dit onderzoek?
Mijn proefschrift is vooral het resultaat van een persoonlijke zoektocht. Die zoektocht begon bij mijn langdurige eetstoornis en het inzicht dat ik misschien helemaal niet aan een disorder (stoornis) leed, maar vooral aan dis-order: onrust en onveiligheid om mij heen. Na jaren van cognitieve en verbale therapieën, besefte ik bovendien dat mijn lichaam, en alles wat zich daarin schuilhield, onderbelicht was geweest maar toch zoveel te vertellen had. Dit bracht me op het spoor van lichaamsgerichte methoden en het gedachtegoed van traumaexpert Bessel van der Kolk die stelt: ‘The body keeps the score‘. Hoewel we afgelopen decennia veel hebben geleerd over de impact van ingrijpende jeugdervaringen, zijn er nog hiaten in het onderzoek naar onderliggende mechanismen die tot psychische aandoeningen kunnen leiden. In mijn onderzoek heb ik verschillende mechanismen onderzocht, met speciale aandacht voor de rol van het lichaam. Zo heb ik in twee stress-experimenten aangetoond ingrijpende jeugdervaringen tot significant grotere spierspanning leiden in reactie op stress. Oftewel: the body keeps the score, indeed. Ik zie dit als extra aanwijzing dat het in de behandeling van traumagerelateerde klachten belangrijk is het lichaam te betrekken.
Wat hebben professionals eraan?
Een belangrijk aspect dat mijn proefschrift belicht, is het feit dat wat wij als ziekte (disease) en stoornis (disorder) opvatten en behandelen vooral een uiting is van onrust (dis-ease) en wanorde (dis-order). Met andere woorden: de ziekten en stoornissen in het volwassen leven, zijn mogelijk het best te begrijpen als een gevolg van wat zich eerder in het leven heeft afgespeeld. Dit vraagt om een fundamenteel andere benadering en behandeling van psychische aandoeningen en daarmee gepaard gaande ‘ongezonde gedragingen’ als roken, drinken en overeten. Mijn proefschrift beschrijft een dergelijke benadering, ter reflectie en inspiratie voor professionals, maar in feite voor elk mens.
Wat hebben ouders en kinderen eraan?
De impact van ingrijpende jeugdervaringen kan groot en divers zijn. Om de problemen die iemand ervaart goed te kunnen duiden, is het noodzakelijk de context waarin ze zijn ontstaan te erkennen én de mogelijke gevolgen ervan te begrijpen. Waar dat gebeurt, kan duidelijk worden dat wat aanvankelijk als abnormaal gedrag werd bestempeld, in de kern een normale respons is op een abnormale omgeving. En dat er bovendien vaak ook een aspect van overleving zit in wat vaak als ‘probleemgedrag’ of ongezonde coping wordt gezien. Nog te vaak worden kinderen met aandoeningen gediagnosticeerd zonder dat echt begrepen wordt waar ze vandaan komen, en wat ze te vertellen hebben. In mijn proefschrift ga ik hier verder op in, hopend bij te dragen aan meer kennis, (zelf)inzicht en perspectief op heling.