Wat als er ernstige problemen zijn in een gezin en het er voor een kind misschien niet veilig is? Hoe zorgen we dat deze kinderen toch zo 'thuis' mogelijk opgroeien? Over dit thema schrijft Nic Drion.
Onlangs verzuchtte een gezinsvoogd: “Ik wil wel weer eens een gewone OTS. Gewoon, een ouderwetse zaak met verwaarlozing of fysieke mishandeling. Maakt me niet uit, als het maar geen conflictscheiding is!” Je kunt het cynisch noemen, maar helemaal onlogisch is het niet. Het aantal echtscheidingen in Nederland is fors toegenomen en daarmee ook het aantal complexe scheidingen. Naar schatting 60(!) procent van de kinderen in de jeugdbescherming heeft te maken (gehad) met een of meerdere scheidingen. En in veel gevallen zijn de echtscheidingsproblemen zelfs de hoofd- of enige reden voor de ondertoezichtstelling. Geen wonder dat nieuwe collega’s van deze gezinsvoogd vaak snel weer vertrekken als ze merken dat ze vooral met kiftende ouders bezig zijn in plaats van met kinderen beschermen; ze hadden zich wel iets anders voorgesteld van het vak.
Neem de zevenjarige Angela. Haar ouders zijn vijf jaar gescheiden, de OTS loopt al vier jaar. Het meisje woont bij haar moeder, een vrouw met een niet al te hoog IQ. Ze is capabel om voor Angela te zorgen, maar het lukt haar niet om samen met Angela’s vader de omgang te regelen. Dat is niet zo raar, want na haar ervaring met huiselijk geweld, staat ze negatief tegenover contact met vader. En die handelt ook niet handig, met zijn dwangmatige stroom mailtjes naar moeder en de gezinsvoogd en het stalken van moeder en Angela. Als er gedoe is met vader, of de gezinsvoogd aandringt op contactherstel, raakt moeder uit haar evenwicht. En als moeder onrustig wordt, reageert Angela met druk en claimend gedrag. Vader gaf een tijdje gefrustreerd de moed op. Toen was het rustig en ging het eigenlijk best goed met Angela. Maar toen vader weer contact wilde met zijn dochter lag moeder opnieuw dwars. En het meisje wilde inmiddels zelf ook niet meer. Kortom, een dreigend geval van ouderverstoting, en een situatie waarin echtscheidingsperikelen bepalend zijn voor het functioneren van moeder en daarmee voor het welzijn van Angela.
Ook Tobias (vier jaar oud) lijdt onder de scheiding van zijn ouders. Hij heeft het syndroom van Down en is enig kind van twee hoogopgeleide ouders. Ieder afzonderlijk zorgen ze prima voor Tobias. Ouders wonen ver uit elkaar en zijn het over alles oneens; van de kleren die hij draagt tot de medische behandeling die hij nodig heeft. Tobias woont nu bij zijn vader, maar zijn moeder wil dat hij weer bij