Dr. Sjoerd Sytema begon zijn wetenschappelijke carrière bij het Psychiatrisch Casusregister Noord-Nederland (PCR-NN), één van de vier psychiatrische casusregisters in Nederland. In deze registers werden tot 2006 alle contacten van patiënten uit de betreffende regio met GGZ-instellingen verzameld en per patiënt gekoppeld. Daarmee was het een epidemiologisch onderzoeksinstrument dat werd ingezet voor wetenschappelijk onderzoek naar het gebruik van geestelijke gezondheidszorg. Sinds 2006 worden gegevens onder andere verzameld via Routine Outcome Monitoring (ROM): dit is het regelmatig doen van metingen om inzicht te krijgen in de toestand van een cliënt. Sytema is specialist op het gebied van ROM en stond in 2009 aan de wieg van de Routine Outcome and Quality Assessment (RoQua), een ROM-systeem dat tegenwoordig door veel instellingen wordt gebruikt.
Je nam vorige week afscheid van het Universitair Centrum Psychiatrie (UCP). Hoe kwam je daar eigenlijk terecht?
“Het was mijn eerste baan. Oorspronkelijk kom ik niet uit de medische sociologie. Na mijn dienstplicht verhuisde ik naar Groningen, waar ik marxistische sociologie studeerde. Ik was geen radicaal, maar een kwade jongeling die in opstand kwam tegen het onrecht in de wereld en de maatschappij wilde hervormen. Na het afronden van deze studie realiseerde ik me al snel dat ik toch echt een vak moest leren om de winter door te kunnen komen. De keuze viel op methodologie. Daar heb ik gedurende mijn hele carrière profijt van gehad: het maakt niet uit wat voor onderzoek je doet, het is altijd goed om dit vanuit het methodologische denken te benaderen. Wat wil je eigenlijk weten? Waarom ga je dat op een bepaalde manier meten? En is dat het beste design om je onderzoeksvraag te beantwoorden? Deze vragen staan bij mij altijd centraal.”
Een manier om gegevens te verzamelen voor wetenschappelijk onderzoek in de geestelijke gezondheidzorg is Routine Outcome Monitoring (ROM). Wat houdt dat precies in?
“Een ROM-meting, meestal in de vorm van een vragenlijst, zegt iets over de kwaliteit van een behandeling in de geestelijke gezondheidszorg. Een meting aan de start van een behandeling brengt de ernst van het probleem van een cliënt in kaart. Door vervolgens tijdens de duur van de behandeling regelmatig metingen te doen, krijgen zowel de behandelaar als de cliënt inzicht in de vooruitgang. Is er een stijgende lijn te zien, dan kan dit een motiverende werking hebben op de cliënt. Bovendien kunnen de metingen een behandelaar alert maken op behandelingen die niet