We leren er belangrijke lessen uit. In de eerste plaats dat in de jeugdhulp veel mogelijk is via online contacten. Maar ook dat we niet moeten onderschatten hoe belangrijk het echte contact is voor de behandelrelatie tussen de jeugdigen, hun ouders en de behandelaar. Zeker als je elkaar daarvoor nog nooit in het echt hebt gezien, is het best lastig om de ander te ‘lezen’, situaties goed in te schatten en een goede band met elkaar op te bouwen. Allemaal voorwaarden voor een succesvolle behandeling. Laten we dus maar hopen dat dat gauw weer mogelijk is, dat echte contact!
Barrières
Als ik dit voorwoord tik, zitten we midden in de tweede coronagolf. De scholen zijn ruim vier weken dicht, we werken opnieuw zo veel mogelijk vanuit huis en ondanks teruglopende besmettingscijfers dreigt een derde golf met een nieuwe mutant die vele malen besmettelijker is. Gevolg: nog strengere maatregelen die nog langer gaan duren. En in die situatie proberen we met z’n allen het werk zoveel mogelijk door te laten gaan en zo goed mogelijk hulp te bieden aan jeugdigen en ouders die dat nodig hebben. Online en als het moet in een direct contact. Ondertussen horen we aan alle kanten dat het niet goed gaat met kinderen en jongeren. Er is een toename van jongeren met ernstige eetproblemen (, december 2020), een toename van acute meldingen bij Veilig Thuis (onder andere Het Parool, januari 2021), er zijn meer jongeren die last hebben van angst- en depressieklachten (onder andere onderzoek van het Emma Kinderziekenhuis Amsterdam), veel kinderen lopen leerachterstand op en de verschillen tussen kinderen worden groter (onder andere Werkplaats Onderwijsonderzoek Utrecht, januari 2021).
Al zijn de cijfers nog moeilijk te kwantificeren, het zijn wel zorgelijke signalen. Waar jeugdigen en gezinnen in de eerste periode misschien nog voldoende veerkracht hadden om de stress van corona aan te kunnen, zien we nu dat die langzaam begint af te brokkelen. Ook binnen mijn eigen organisatie merken we dat: meer jongeren die hulp vragen, meer aanmeldingen, spoedeisende vragen en crisissituaties. Des te belangrijker dat de jeugdhulp door kan gaan.
Om dat voor elkaar te krijgen, hebben veel organisaties en hulpverleners de overstap gemaakt naar digitale middelen. Vooral beeldbellen en online behandelen hebben een grote vlucht genomen. Maar hoe bevalt dat? En hoe kun je je online contacten het beste vormgeven? Joyce Weeland en haar collega’s deden onderzoek naar de ervaringen van jeugdhulpprofessionals met behandelen op afstand. Ze ondervroegen deze professionals over de barrières in het online werken en over wat er voor nodig is om die barrières weg te nemen. Professionals zijn overwegend positief over deze enorme verandering, maar ook genuanceerd. Beeldbellen werkt niet voor iedereen goed. Factoren zoals leeftijd, aard en ernst van de problematiek spelen daarin een rol. En het vraagt een flinke dosis creativiteit van de professionals, denk aan het aanpassen van de behandelprotocollen en het onderhouden van het contact met de jeugdigen en de ouders. Dat laatste doen behandelaren onder meer door naast beeldbellen extra e-mail- of whatsappcontact in te zetten.
Maar hoe zit het met de ervaringen van ouders en kinderen zelf? Hoe vinden zij het om contact te hebben met hun behandelaren via beeldbellen? We deden bij Accare onlangs een uitvraag bij jongeren en ouders die in zorg zijn bij Accare. Wat vonden zij van beeldbellen, telefoneren en online behandelen? Daarin zagen we dat – vooral ouders – online contacten een mooie aanvulling vinden op het face-to-face-aanbod. Jongeren ook, maar over de hele linie zijn ze minder positief dan de ouders die we het vroegen. Ze geven aan dat zij online contacten best moeilijk vinden en het ‘echte’ contact missen.
Foto: Aleid Denier van der Gon
Marike Serra, hoofdredacteur van Kind en Adolescent Praktijk, werkt als adviseur bij Accare Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
Lees verder in Kind en Adolescent Praktijk nr. 1, maart 2021