Specialistische Ondersteuners Huisartsenzorg Jeugd-GGZ (SOH's-JGGZ) helpen huisartsen bij de zorg voor jeugdigen met psychische problemen. Leidt dat inderdaad tot betere verwijzingen en dus beter passende zorg? Ja, blijkt uit een enquête, al kan de afstemming nog beter.
© Вадим Каштанов/stock.adobe.com Deze foto is illustratief
Steeds meer gemeenten zetten praktijkondersteuners jeugd in. Een POH-jeugd ondersteunt huisartsen in de zorg voor jeugdigen die (vermoedelijk) psychische problemen hebben. Na een probleemverkenning bepalen praktijkondersteuners welke zorg jeugdigen nodig heb- ben, of deze in de huisartsenpraktijk geboden kan worden of dat verwijzing nodig is. Eventueel bieden zij kortdurende behandeling, overbruggingszorg of consul- tatie. Wat vinden betrokken professionals van deze ondersteuning? Wat gaat goed en wat kan beter? 77 betrokkenen gaven hun mening.
Omdat huisartsen vaak het eerste aanspreekpunt zijn als ouders zorgen hebben over de lichamelijke of psychische gezondheid van hun kind, en omdat bijna driekwart van de jeugdigen tot vijftien jaar minstens één keer per jaar de huisarts consulteert (CBS 2020), is de huisartsenpraktijk een ideale plaats om jeugdigen met psychische problemen op te sporen, te behandelen en zo nodig te verwijzen naar passende zorg. Praktijkondersteuners stemmen zo nodig af met de school, het lokale team en andere betrokken zorgverleners. Dit heeft als doel om jeugdigen eerder naar passende ondersteuning te verwijzen als dat nodig is en om onnodige of te zware verwijzingen naar de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) te voorkomen. De inzet van praktijkondersteuners is bedoeld om te zorgen voor meer verbinding tussen huisartsen en het lokale veld, zoals Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s), wijk- of gebiedsteams (Mok et al. 2016).
Omdat praktijkondersteuners jeugdspecifieke expertise hebben over de kenmerken en behandeling van psychische problemen van jeugdigen en de lokale sociale kaart kunnen zij een goede inschatting maken van de aard en ernst van de problematiek. De verwachting is dat zij daardoor beter kunnen inschatten welk type zorg het beste past bij de problematiek van de jeugdige en welke zorg beschikbaar is. Daarnaast zouden zij jeugdigen en ouders beter kunnen voorbereiden op en motiveren voor een eventuele verwijzing (Otten et al. 2018).
De ervaringen met deze vorm van ondersteuning zijn over het algemeen positief. Ouders en jongeren zijn tevreden over de hulp van praktijkondersteuners. In een eerder onderzoek noemden betrokken praktijkondersteuners, huisartsen, medewerkers van wijkteams en beleidsambtenaren vooral de laagdrempeligheid van de zorg en de verbeterde kwaliteit van zorg als belangrijke successen van de praktijkondersteuner. Ruimte voor verbetering zagen zij voornamelijk op het gebied van dossiervorming en de samenwerking tussen huisartsen en CJG’s, wijk- of gebiedsteams (Spijk-de Jonge et al. 2019).
SOH-JGGZ: schakel tussen huisarts en het lokale veld
Het huidige onderzoek beoogt verder te