Fragment uit de podcast met orthopedagoog en hoogleraar Levi van Dam:
Je hoort vaak dat er een mentale-gezondheidscrisis is onder jongeren, maar jij denkt dat dit niet zo is.
“In de media zien we vaak berichten over een toename van klachten onder jongeren. Ze geven in vragenlijsten aan dat ze last hebben van hoofdpijn, prestatiedruk of stress. Daarin zie je inderdaad een stijging, maar we trekken te snel de conclusie dat er daarom een crisis is en dat die jongeren een mentale stoornis hebben. Terwijl uit epidemiologisch onderzoek naar mentale stoornissen, zoals ADHD, depressie en angst, blijkt dat de aantallen stabiel blijven. In dat soort onderzoek gaat een onafhankelijke onderzoeker in gesprek met een jongere aan de hand van een gestandaardiseerde vragenlijst.
Mensen krijgen ongeveer rond hun vijftiende voor het eerst te maken met mentale problemen, dus het klopt ook wel dat jongeren klachten hebben. Ik vind het heel goed dat ze dat aangeven en we moeten die klachten serieus nemen, maar dat is iets anders dan dat er meer jongeren met een stoornis zouden zijn.”
Hebben we meer taal gekregen om onze klachten te duiden?
“Ja, al vind ik de taal nog vrij beperkt. Er bestaat zoiets als concept creep, wat betekent dat de betekenis van een concept wordt opgerekt. Dat zie je bijvoorbeeld bij ‘trauma’. Als mijn dochters van veertien en zestien ergens in de rij moeten staan, zeggen ze al dat je daar ‘echt een trauma van krijgt’. Of dat ze depressed zijn als ze niet zijn uitgenodigd voor een feestje.
We gebruiken vaak het woord depressief, terwijl iemand niet echt depressief is. Misschien bedoelt diegene gewoon: ik zit niet zo lekker in mijn vel, heb slecht geslapen of had een moeilijk gesprek. Prima om het daarover te hebben, maar het gesprek wordt wel lastig als die termen zo worden opgerekt.”
Op social media vind je ook veel filmpjes van mensen die over hun diagnoses praten, zoals ADHD, of van psychologen die daar informatie over geven. Is dat nuttig, of schuilt daar ook gevaar in?
“De positieve kant is dat het zorgt voor mental health literarcy, dat je meer kennis krijgt over stoornissen als ADHD en de kenmerken die erbij horen. Maar het gevaar is dat we ons te veel met die stoornissen gaan identificeren en gedrag daaruit gaan verklaren, terwijl dat niet het hele verhaal is.”
Denk je dat social media een negatieve invloed hebben op de mentale gezondheid van jongeren?
“Ik denk dat er geen één-op-één causale relatie is, alsof tien uur TikTok gelijkstaat aan een depressie. Ik zie vooral dat jongeren met de opkomst van internet, sociale media en gamen een online identiteit moeten vormgeven, wat voor grote druk zorgt.
In mijn jeugd hoefde ik alleen een fysieke identiteit te hebben. Als ik het schoolplein opstapte, was ik gespannen over hoe iedereen er vandaag uitzag en wat ik zelf aanhad, maar dat was één keer per dag. Jongeren van nu hebben ook een digitale identiteit en ervaren elk moment dat ze op hun telefoon kijken zo’n moment van onzekerheid. De druk op wie je wilt worden is veel groter geworden en de hoeveelheid mogelijkheden die je hebt is overweldigend. Je digitale identiteit is eindeloos, je kunt wel vijf TikTok-accounts aanmaken en experimenteren met wie je bent.”