Kinderen blijken minder vaak ziek te worden dan volwassenen, binnen de gezinnen die zijn onderzocht. Ook wijzen de gegevens erop dat de kinderen die het virus hebben niet de verspreiders zijn, maar zijn aangestoken door volwassenen. Er is weinig verspreiding tussen kinderen onderling.
Van de ca. 28.000 vastgestelde besmettingen in Nederland, zijn er iets meer dan 200 kinderen tussen de 0 en 12 jaar. Dat is minder dan 1%. In andere landen zijn vergelijkbare cijfers. De sluiting van de scholen in maart hebben geen zichtbaar effect gehad op de verspreiding van het virus. Als kinderen hierin een serieuze rol zouden spelen, zou je dat wel verwachten.
Basisscholen, kinderopvangcentra en het speciaal onderwijs
De basisscholen gaan op 11 mei, na de meivakantie, weer open. Het kabinet wil in eerste instantie dat kinderen bijvoorbeeld halve dagen naar school gaan. ’s Ochtends de ene helft van de leerlingen, ’s middags de andere helft. In de komende weken kan dan een volledige openstelling volgen.
Kinderopvangcentra en het speciaal onderwijs in de basisschoolleeftijd kunnen per 11 mei wel volledig open. De scholen in het voortgezet onderwijs zouden mogelijk op 1 juni weer open kunnen, maar dan wel met voldoende afstand tussen de leerlingen.