Angst en depressie bij kinderen vormen een complex probleem, en voor meer dan de helft van de getroffen kinderen is de huidige behandeling niet effectief. Ontwikkelingspsychologen Anke Klein en Anika Bexkens doen onderzoek naar een innovatief behandelprogramma dat zich niet alleen richt op de kinderen zelf, maar ook op de ouders, met als doel het verminderen van angst en depressie bij deze kwetsbare groep
Volgens de onderzoekers ervaren kinderen die last hebben van zowel angst als depressie vaak nog steeds beperkingen na behandeling. Dit benadrukt de noodzaak om behandelingen te verbeteren om escalatie, zoals schoolweigering of suïcidaliteit, te voorkomen. Samen met een internationaal team en Leidse collega’s gaan Klein en Bexkens de effectiviteit van een innovatief kind-ouderprogramma onderzoeken.
Twee interventieprogramma’s onder de loep
Het behandelprogramma omvat twee interventieprogramma’s: de kindgerichte cognitieve gedragstherapie ‘Denken Doen is Durven’ (DDD) en het ouderprogramma ‘Supportive Parents for Anxious Children Emotions’ (SPACE). Beide programma’s worden gelijktijdig gedurende twaalf weken aangeboden. Het doel is om te onderzoeken hoe deze programma’s op elkaar inwerken om angst en depressie bij het kind te verminderen.
Volgens de onderzoekers is een van de belangrijkste onderliggende factoren voor angst en depressie bij kinderen de manier waarop zij emoties ervaren en ermee omgaan. Kinderen met verhoogde emotionele reactiviteit en de neiging om negatieve emoties te vermijden, lopen een groter risico op het ontwikkelen van depressie. Verschillende risicofactoren, zoals een geremd temperament, extreme verlegenheid, lage zelfwaardering en ongezonde coping-stijlen, vergroten het kwetsbaarheidsniveau.
Ouderfactoren in de behandeling
Opvallend is dat kinderen van ouders met psychische stoornissen ook vatbaarder zijn voor emotionele problemen, waaronder angst en depressie. Hierdoor benadrukken de onderzoekers het belang van het betrekken van ouders in het behandelproces.
De huidige behandelingen voor angst en depressie bij kinderen zijn vaak stoornis-specifiek en blijken niet altijd effectief te zijn. In tegenstelling hiermee benadrukt het nieuwe onderzoek de ontwikkeling van een transdiagnostisch behandelprogramma dat zich richt op gemeenschappelijke onderliggende mechanismen van angst en depressie. Dit omvat zowel kind- als ouderfactoren, met als doel de effectiviteit van de behandeling te vergroten en terugval te verminderen.
De Leidse ontwikkelingspsychologen hopen dat hun onderzoek zal leiden tot een substantiële verbetering van behandelresultaten, wat van cruciaal belang is voor de welzijn van deze kwetsbare groep kinderen en hun gezinnen. Mocht het nieuwe behandelprogramma succesvol blijken, kan het een belangrijke bijdrage leveren aan de aanpak van angst en depressie bij kinderen op internationaal niveau.
Bron: nedkad.nl