Middels verschillende longitudinale studies, vond ze dat gedragsproblemen (druk, agressie), al dan niet samen met emotionele problemen (angstig, teruggetrokken gedrag), samenhangen met een breed scala aan uitkomsten zestien jaar later. Ook bleek dat de manier waarop persoonlijkheid (emotionele stabiliteit, extraversie en vindingrijkheid) zich ontwikkelt in de adolescentie samenhing met burn-out symptomen en geluk op 25-jarige leeftijd.
Ildeniz : ‘Wat deze studie zo uniek maakt, is dat we van dezelfde kinderen, die dus nu volwassenen zijn, gegevens hebben over een periode van zestien jaar. Hun ouders vulden vragenlijsten in toen de kinderen gemiddeld zes jaar oud waren en zij hebben dit zo’n zestien jaar later als jongvolwassenen zelf ingevuld. Het gaat dus om dezelfde respondenten en er zijn maar weinig studies die dat voor elkaar krijgen.’
Individuele en contextuele factoren
Zo bleek dat kinderen die druk en agressief, later meer gedragsproblemen of psychische problemen hebben. Ze vertonen meer agressief gedrag en hebben ze ook vaker sociale problemen. Ook zijn ze minder tevreden over hun eigen gezondheid.
In een andere studie keek Ildeniz naar persoonlijkheidskenmerken in de adolescentie en of die samenhangen met hun welbevinden later. Met name emotionele stabiliteit, vindingrijkheid en extraversie blijken belangrijk voor het welbevinden later. Wanneer jongeren op deze kenmerken laag scoorden, zijn ze later ongelukkiger en kampen ze vaker met een burn-out. Wat verder interessant is om te noemen is dat de manier waarop deze persoonlijkheidskenmerken ontwikkelen ook een voorspeller is. Denk bijvoorbeeld aan extraversie. In de pubertijd neemt extraversie af, maar als dit minder hard gaat dan gemiddeld, dan doen deze jongeren het later beter.
Een overbeschermende opvoeding was niet gerelateerd aan welbevinden op de langere termijn. Echter, ouders en adolescenten bleken elkaar over tijd te kunnen beïnvloeden: Conflict tussen ouders en adolescenten hing samen met negatieve en positieve emoties van adolescenten en vice versa.
‘De mate van conflict tussen ouders en jongeren, heeft invloed op het emotioneel welzijn. Meer conflict voorspelt meer negatieve emoties bij jongeren drie maanden later. Interessant is dat ook jongeren invloed hebben op het opvoedgedrag van hun ouders waardoor een soort kettingreactie ontstaat. Lang werd gedacht dat opvoeden min of meer eenrichtingsverkeer is, maar mede dankzij nieuwe statistische modellen hebben we laten zien dat het gedrag van jongeren ook invloed heeft op het opvoedgedrag.’
Klachten en krachten
Deze individuele en contextuele factoren bleken via unieke en gemeenschappelijke paden gerelateerd te zijn met maladaptief en adaptief functioneren.