Soms zie je iets over het hoofd en zijn het cliënten zelf die daarop wijzen. Zoals Eva, zestien jaar oud, op de poli vanwege stemmingsproblemen.
Eva voelt zich somber, heeft weinig energie en komt moeilijk tot leren. Ze blijkt nare dingen mee te hebben gemaakt. Haar vaders stiefbroer heeft haar verschillende keren betast. Dankzij traumabehandeling krijgt Eva meer grip op haar stemming. Maar leren voor school blijft moeilijk. Eva’s intelligentie is al eens gemeten; die bleek bovengemiddeld, met een gemiddeld werkgeheugen – waarschijnlijk doordat ze nare dingen heeft meegemaakt.
Het is Eva die, maanden later, met de vraag komt of ze soms ADHD heeft. Ze wordt gek van de chaos op school. Ze zag een filmpje over ADHD en is erover gaan lezen. Ze herkent veel gedragingen, maar weet ook dat PTSS dezelfde gedragsproblemen kan laten zien als ADHD. Eva vertelt dat ze als klein kind altijd al druk was. Op de basisschool mocht ze vaak de conciërge helpen om een loopje te hebben. De lesstof was geen probleem. Ze had alles altijd snel af. Ze weet nog wel dat ze het moeilijk vond om lang stil te zitten en dingen verzon om zichzelf rustig te houden, zoals tekenen en dingen maken van papier.
De brugklas vond ze onoverzichtelijk, maar ook nu bedacht ze iets slims. Ze zocht een maatje dat wel overzicht had (en van wie ze huiswerk mocht overschrijven als ze het zelf vergeten was). Het maatje werd haar vriendin, die veel aan Eva had, omdat Eva altijd van die slimme dingen bedacht. Toen Eva naar de tweede klas van het vwo ging, drong haar oom zich aan haar op. Dat maakte nog meer chaos in haar hoofd en hart.
Samen vullen we een uitgebreide ADHD-vragenlijst in. Eva herkent veel van de genoemde gedragingen. Het lucht haar op dat haar chaos mogelijk een naam heeft en verklaart waarom school haar zoveel meer moeite kost dan klasgenoten. We hebben een tweede informant nodig: Eva’s moeder, die de lijst thuis invult. Helaas heeft ze geen tijd om mee te komen. Eerder in de therapie zou Eva bij de pakken neer zijn gaan zitten, maar niet nu. Ze legt haar moeder uit dat ze als slim kind de chaos in haar hoofd wist te omzeilen door trucjes uit te halen. Eva vertelt verdrietig te zijn dat haar moeder niet ziet dat het leven Eva soms veel energie kost. De volgende sessie komt moeder mee. Ze vertelt veel van Eva te hebben geleerd en begrijpt dat haar dochter al heel lang last heeft van iets dat niemand is opgevallen. Ze vraagt Eva om geduld zodat ze kan oefenen om alerter te worden. Eva lacht. Ze voelt zich erkend en begrijpt ook dat zij misschien beter moet vertellen wat ze lastig vindt. Omdat moeder de ADHD erkent, kunnen we de diagnose stellen en verlaten de twee de kamer tevreden. Wat goed, bedenk ik me, dat Eva zo op haar gevoel heeft vertrouwd.
Over de auteur
Anneke Eenhoorn is klinisch psycholoog, psycholoog en cognitief gedragstherapeut bij GGZ-Noord-Holland Noord, divisie Triversum.