Martine van der Pluijm promoveerde op 27 november 2020 aan de Open Universiteit op haar proefschrift At home in language. Design and evaluation of a partnership program for teachers with lower-educated parents in support of their young children's language development.
Waarom dit onderzoek?
Al op jonge leeftijd bestaan tussen kinderen grote verschillen in taalvaardigheid, zoals de omvang van hun woordenschat. De taalomgeving thuis is hierbij in belangrijke mate bepalend. Kinderen van lager opgeleide ouders zijn vaak in het nadeel als het gaat om taal en geletterdheid. Onderzoek toont aan dat samenwerking tussen leraren en ouders kan bijdragen aan een rijkere taalomgeving. In de praktijk bestaat dit nog weinig. Veel leraren vinden samenwerken met ouders lastig, zeker als die een andere achtergrond hebben en een andere taal spreken, en missen kennis over omgaan met deze verschillen.
Dit proefschrift zoekt antwoord op de vraag hoe leraren de taalontwikkeling van jonge kinderen kunnen bevorderen in nauwe verbinding met thuis. Daarbij is gekozen voor een ontwerpstudie, waarbij gebruik wordt gemaakt van kennis uit empirisch onderzoek en kennis die ontstaat door het ontwikkelen en testen met leraren en ouders. Literatuurstudie leverde kennis op over de wijze waarop laagopgeleide ouders ondersteund kunnen worden om de taalontwikkeling van hun kind te stimuleren. Praat- en spelactiviteiten blijken het meeste effect te hebben, mits deze activiteiten aansluiten op de routines en kennis van ouders en vooral als kinderen actief betrokken worden bij de uitvoering.
Het onderzoek leverde een stappenplan op dat aansluit bij de praktijk van leraren en hun contactmomenten met ouders. De eerste stap helpt leraren de taalomgeving thuis goed te verkennen om met die kennis stapsgewijs relaties op te bouwen, passende ouder-kindactiviteiten in de klas aan te bieden en ouders strategieën aan te rijken om de taal van hun kinderen uit te breiden. Aanvullende activiteiten, zoals coaching en sessies waarin reflectie centraal staat, ondersteunen leraren om de benodigde competenties hiervoor te ontwikkelen. Deze activiteiten en het stappenplan vormen samen een programma met de naam ‘Thuis in Taal’.
Wat hebben professionals, ouders en kinderen eraan?
Het programma ‘Thuis in Taal’ werd geïmplementeerd in zeven basisscholen en voor en na de implementatie onderzocht. Op basis van de resultaten concluderen we dat de stappen van het programma bijdragen aan succesvolle partnerschappen tussen leraren en laagopgeleide ouders om de taalontwikkeling van kinderen te stimuleren. Vanuit het perspectief van leraren laten de resultaten zien dat leraren gecoacht kunnen worden om met het programma te werken en dat zij deze aanpak als een waardevolle toevoeging ervaren aan hun werk als leraar. Vanuit het perspectief van ouders laten de resultaten een toename zien van deelname tijdens ouder-kindactiviteiten op