Maar nu is ze veertien en zo moe. Ze heeft echt haar best gedaan, maar voelt zich steeds verdrietiger. Gelukkig hebben wij op de poli therapeuten bij wie je niet hoeft te praten. Dat wil ze wel proberen. We leren van Joy dat haar leven een balanceer-act is. Als ze lief wil zijn door naar opa en oma te luisteren, krijgt ze gedoe met haar broers. Zij willen dat Joy partij voor hen kiest. Ze willen dat zij ook gaat zeuren over meer wifitijd en dat ze niet haar best doet op school, want dan hoeven zij dat ook niet. Ze wil graag dat haar broers haar lief vinden en dus doet ze gemeen tegen opa en oma, terwijl ze helemaal niet zo wil zijn. Ze houdt van haar grootouders en vindt het vreselijk om zo lelijk tegen hen te doen. Het allermoeilijkst vindt ze wat ze moet met haar ouders. Ze is dol op ze en heel blij als ze hen ziet. Ze heeft wel eens gehoord dat haar ouders niet kunnen opvoeden, maar ze begrijpt niet wat daarmee
Gevangen
Joy is niet blij. Ze woont sinds ze zich kan herinneren bij haar opa en oma. Ze weet niet beter of er is altijd wat. Vaak is er ruzie thuis. Haar twee oudere broers doen vaak mee aan die ruzies. Ze luisteren niet goed naar opa en oma. Ze staan te laat op, komen te laat of soms helemaal niet thuis en drinken alcohol terwijl opa en oma dat niet fijn vinden. Haar broers komen weinig tot niet op school. Joy probeert haar hoofd bij het leren te houden, maar dat lukt haar steeds minder. Joy is naar onze poli gestuurd door haar voogd. Die had het idee dat praten misschien oplucht. Maar Joy wil helemaal niet komen om te praten. Ze heeft toen ze een jaar of acht was al eens gepraat. En toen is het helemaal misgegaan thuis. Opa en oma waren heel boos op haar geworden, omdat ze niet wilden dat andere mensen wisten dat het thuis niet altijd goed ging. Ook haar broers waren boos, omdat er nu beter op hen gelet ging worden. En haar ouders waren kwaad. Ze mochten Joy en haar broers al zo weinig zien en door de verhalen van Joy werden die bezoeken nog minder. Joy had zich toen een ding voorgenomen: nooit meer praten en er het beste van maken.