De vader van Ellis (6 jaar) is er kort na haar geboorte vandoor gegaan. Haar moeder drinkt en snauwt haar vaak af. Ellis komt vaak onverzorgd op school, in vieze kleren en soms zonder ontbeten te hebben.
Als haar alerte juf hulp inschakelt gaat Ellis een tijdje naar een pleeggezin. Ze ziet er beter uit, maar Ellis is erg timide en houdt contact af. ‘Als je echt herstel wilt bereiken, is een bundeling van krachten van groot belang’, vertelt Leony Coppens. ‘Het kind heeft positieve ervaringen nodig met belangrijke anderen: hulpverleners, maar vooral ook de (pleeg)ouders, leerkrachten of bijvoorbeeld de voetbaltrainer.’
Link leggen
Van jongs af aan heeft Coppens al interesse in mensen en met name kinderen. ‘Na mijn studie pedagogiek ben ik als orthopedagoog in instellingen gaan werken voor verstandelijk gehandicapten en in de jeugdzorg. Daar zag ik kinderen die uit een onveilige thuissituatie kwamen – verwaarlozing, mishandeling of misbruik – en sterke gedragsproblemen hadden. Maar die link werd niet gelegd.
Dat kan anders, dacht ik. Het zijn geen moeilijk opvoedbare kinderen, maar kinderen die ingewikkeld gedrag vertonen door de dingen die ze meemaken. Vervolgens ben ik me gaan specialiseren in traumabehandeling bij kinderen. ‘Inmiddels geef ik ook veel trainingen aan hulpverleners, met name over het herkennen van valkuilen en het vergroten van traumasensitiviteit bij de omgeving van het kind.’
Overlevingsstand
Een belangrijke valkuil is het gedrag zien als iets waar het kind controle over heeft. ‘Schreeuwen, ruzie zoeken of zich juist terugtrekken uit het contact: vaak heeft het kind dit gedrag geleerd als reactie op hoe het de wereld heeft leren kennen. Bovendien speelt een hoge mate van stress mee. Het brein staat continu in de overlevingsstand.
Een kind dat door de thuissituatie de overtuiging heeft ‘ik ben niet belangrijk’, stelt zich in de klas misschien ongeïnteresseerd op. Hij is toch dom, heeft zijn vader hem keer op keer verteld. Dus waarom zou hij iets van de leraar aannemen?’
Effect vergroten
Het is voor hulpverleners goed om te begrijpen waar het gedrag vandaan komt, maar ook om dit te vertellen aan andere personen in de omgeving, zoals ouders, verzorgers, de leerkracht en andere betrokkenen waar het kind regelmatig contact mee heeft.
Coppens: ‘Een beter begrip helpt om adequater te reageren.’ Zo helpt het om dingen te doen en te zeggen waardoor het kind ervaart dat het wel de moeite waard is. ‘Daarvoor is de bundeling van krachten ook zo van meerwaarde: de behandelaar doet wel een duit in het zakje, maar niet de grootste. Die komt van de mensen met wie het kind het meeste contact heeft.
Als hulpverlener kun je het effect van je interventie vergroten door kennis over te dragen of het netwerk rond het kind te mobiliseren.’
Even appen
Dat is niet zo eenvoudig als het lijkt. ‘Het kan voor de hand liggen om een Whatsapp-groepje op te zetten om onderling goed contact te houden. Sommige kinderen vinden dat fijn, maar anderen kunnen zich daardoor juist buitengesloten voelen of achterdochtig raken. Je moet dus ook nadenken over de gevolgen voor het kind bij je aanpak.
Tijdens mijn lezingen en trainingen aan hulpverleners geef ik concrete handvatten van hoe je dat goed kunt aanpakken. Een tip? ‘Vraag aan het kind zelf wat hem/haar kan helpen en geef ook concrete mogelijkheden: van een arm om hem of haar heen slaan tot praten of samen iets doen.’
Meer horen van Leony Coppens?
Tijdens het congres Trauma bij Kinderen – Herkennen en behandelen op 4 september 2020 is Leony Coppens spreker. In haar lezing leert ze therapeuten hoe te investeren in de traumasensitiviteit van opvoeders en leerkrachten en zo samen te bouwen aan hoe het kind stabiele, veilige relaties kan aangaan en onderhouden. Meer informatie en inschrijven >>