Journalist Rudie Kagie begint zijn boek Hopman met een understatement: ‘Mijn jeugd was geen succes.’ Als jongen van acht wordt hij, samen met zijn broers en zussen uit huis geplaatst. Zijn moeder is verdwenen uit zijn leven. Zijn vader wordt ongeschikt geacht voor zijn kinderen te zorgen, zodat Rudie opgroeit in een kinderhuis en enkele pleeggezinnen. Al als jongen van acht weet hij wat hij later wil worden: verslaggever.
Ook kinderboekenschrijver Ted van Lieshout kijkt terug op een jeugd die moeilijk een succes kan worden genoemd. In Schuldig leven schrijft hij al jong te beseffen homo te zijn, maar dit niemand te durven vertellen. ‘Ik ben nu zó anders dan anderen dat het irritant is. Daarom pesten ze mij op school. Ze vinden me niet bijzonder maar apart, wat een nare manier van anders-zijn is.’
In het leven van de twaalfjarige Rudie Kagie verschijnt Hilbert Kraaijvanger, in dat van de elfjarige Ted van Lieshout meneer Timmermans. Twee volwassen mannen die er elk voor zorgen dat een eenzame jongen zich erkend weet en geliefd gaat voelen. Zij bieden een genegenheid die verwart. Over die verwarring hebben Rudie Kagie en Ted van Lieshout elk een prachtig boek geschreven.
In het kinderhuis mag Rudie een blad voor de jongeren maken. Bij een logeerpartij van de tehuiskinderen, stevent Rudie af op meneer Kraaijvanger, hoofdredacteur van een plaatselijke krant. Die neemt de twaalfjarige Rudie opvallend serieus. Niet veel later mag Rudie voor hem aan de slag als heuse correspondent. Wanneer Rudie laat weten padvinder te zijn, blijkt meneer Kraaijvanger hopman bij de verkenners.
Kraaijvanger regelt dat Rudie kan meedoen aan een Pinksterkamp van de padvinderij. Als hij daarna voorstelt dat Rudie bij hem komt logeren begint een tegenbeweging. Zonder dat het woord valt, is duidelijk dat de voogdijvereniging de ongehuwde meneer Kraaijvanger van pedofilie verdenkt. Hij zelf voelt dit anders. Hij wil ‘als een vader’ voor Rudie zijn.
Als de logeerpartij toch doorgaat, is er toenemend intiem contact. Hilbert Kraaijvanger wil nu Hibbie worden genoemd. Zij hebben goede gesprekken, bidden samen en Hibbie stelt zich voor een vrouw te zoeken, zodat hij Rudie in huis kan nemen. Hij drukt de jongen stevig tegen zich aan. ‘Hij streelt mijn haar. Dan kust hij me op de mond. Dat deed hij niet eerder. Ik voel hoe zijn tong over mijn lippen glijdt.’
Rudie Kagie schrijft als onderzoekend journalist. De aanpak van Ted