Steeds meer tieners krijgen last van een depressie, zei minister Edith Schippers van Volksgezondheid Welzijn en Sport begin 2016 tijdens het eerste Depressiegala. Toch rust op depressie nog altijd een taboe. Haar ministerie begon dan ook een landelijke publiekscampagne om de signalen van een depressie eerder en beter te herkennen. Voor jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB) is dit misschien nog wel urgenter dan voor jongeren zonder die beperking.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schat dat 1 tot 3 procent van de bevolking een verstandelijke beperking (IQ < 70) heeft. Een groot deel hiervan heeft een lichte verstandelijke beperking (LVB; 50 < IQ < 70), al is er geen eenduidige definitie voor jongeren met een lichte verstandelijk beperking. In de praktijk wordt vaak uitgegaan van een jongere met een IQ tussen de 50 en 85 en problemen in het sociaal aanpassingsvermogen (De Beer, 2011; Zoon, 2012)
Schattingen voor internaliserende problematiek, waaronder depressie, bij kinderen met LVB variëren van 0,5 tot 4 procent. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met de prevalentiecijfers van stemmingsstoornissen bij kinderen en adolescenten met een IQ hoger dan 85 namelijk 1 procent en 4 procent (De Wit, 2000). Echter, uit onderzoek blijkt dat bij LVB-jeugdigen meer psychiatrische stoornissen voorkomen dan bij jeugdigen met een IQ boven de 85 (Dekker, Koot, Van der Ende & Verhulst, 2002). Schattingen van de prevalentiecijfers van psychopathologie in het algemeen bij jongeren met LVB lopen zelfs op tot meer dan 80 procent (Borthwick-Duffy, 1994). Ook blijkt dat jeugdigen met een IQ tussen de 70 en 85 een verhoogd risico hebben op depressieve symptomen (Van Nieuwenhuijzen, Orobio de Castro & Matthys, 2006). Daarnaast zijn er aanwijzingen dat juist depressieve stoornissen bij volwassenen met LVB in de klinische praktijk veel gemist worden (Mileviciute et al., 2013, in Wieland e.a., 2014). Al met al lijken de schattingen van internaliserende problematiek bij LVB-jongeren dus te laag. Er moet iets anders aan de hand zijn, maar wat?
VERKLARINGEN VOOR ONDERDIAGNOSTIEK
Een van de mogelijke verklaringen voor onderdiagnostiek is het niet of onjuist gebruiken van classificatiesystemen en diagnostische vragenlijsten in de LVB-populatie. In de huidige diagnostiek van psychiatrische stoornissen bij kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking wordt getracht dezelfde psychiatrische classificatiesystemen te hanteren als bij de algemene populatie. Er is geen onderzoek voorhanden dat aantoont dat traditionele classificatiesystemen betrouwbaar en valide zijn bij deze doelgroep (Didden, 2006). Voor het classificeren van een psychiatrische stoornis