In zijn ernstigste vorm is anorexia nervosa (AN) een levensbedreigende eetstoornis. Kenmerkend zijn een beperkte energieinname resulterend in te laag lichaamsgewicht, intense vrees voor gewichtsstijging en verstoorde lichaamsbeleving. Bezien binnen het hele spectrum van psychiatrische problematiek kent AN de hoogste mortaliteit (Arcelus et al., 2011). In het klinische beeld van AN is een grote variatie te zien, zowel in aard, ernst, beloop en mogelijkheid tot herstel. Voorspellend voor een negatiever beloop zijn een lage bodymassindex (BMI), ernstige comorbide psychische en sociale problemen en gebruik van laxeren en/of braken (Löwe et al., 2001). De sterkste voorspeller voor mortaliteit is een jonge leeftijd bij het ontwikkelen van AN (Arcelus et al., 2011).
Zorg voor jongeren met ernstige anorexia nervosa
Verplichte zorg bij ernstige anorexia nervosa (AN) kent beperkingen en onbedoelde nadelige effecten. Ook zijn er ethische dilemma's. Het alternatief is een behandelbeleid gericht op autonomie-bevordering. Dat biedt perspectief, blijkt uit deze drie casussen.
In dit artikel richten we ons op AN in de context van de klinische verplichte zorg, waarbij ingrijpen vereist is gezien het acute levensgevaar (GGZ-standaarden, 2017). Bij deze doelgroep is sprake van (dreigend) lichamelijk gevaar, zoals ernstig ondergewicht, lage bloedsuiker of andere lichamelijke complicaties als gevolg van de AN, in combinatie met niet vrijwillig meewerken aan behandeling, waardoor een crisismaatregel of zorgmachtiging noodzakelijk wordt geacht (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), 2020). In de praktijk worden jongeren voor wie een crisismaatregel of zorgmachtiging is uitgeschreven, opgenomen op een gesloten psychiatrische crisisafdeling. De High & Intensive Care (HIC) Jeugd in Nijmegen is zo’n gesloten klinische afdeling.
Sondevoeding onder dwang kan een traumatische ervaring zijn
Sinds enkele jaren, en versterkt tijdens de corona-epidemie, werd op de HIC-Jeugd in Nijmegen een toename gezien van jongeren met AN. De verklaring hiervoor is mogelijk het waterbedeffect. Het aantal verwijzingen naar de gespecialiseerde centra voor eetstoornissen, zoals Rintveld, Amarum en Accare nam toe met 63 procent (Pointer, 2021), waardoor wachtlijsten ontstonden en er, vanwege de grote urgentie, werd uitgeweken naar meer generalistische behandelcentra. Op de HIC Nijmegen diende relatief ad hoc behandelbeleid vormgegeven te worden, in samenwerking met eetstoornissennetwerk K-EET en ketenpartners, en onder druk van de praktijk van levensbedreigende situaties voor jongeren. Deze praktijk vormt een treffende illustratie van de behandeling van AN als wicked problem, een maatschappelijk probleem dat geldt als complex, onvoorspelbaar en zonder eenduidige oplossing (Head & Alford, 2015). Ook collegaorganisaties worstelen met het toegenomen aantal verplichte opnames van jongeren met AN en de vraag hoe hierbij te handelen.
Hoewel verplichte zorg in de vorm van gedwongen sondevoeding op de korte termijn effectief lijkt bij de behandeling van AN (Elzakkers et al., 2014) wordt de wetenschappelijke onderbouwing