Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Nieuw protocol: Kortdurende exposuretherapie voor jongeren met specifieke angst

Dit behandelprotocol beschrijft hoe kortdurende exposuretherapie kan worden toegepast bij jongeren van 12 tot 18 jaar bij wie een specifieke fobie is vastgesteld. Het geeft de therapeut meer inzicht in het belang van exposure, het biedt de nieuwste inzichten op dit gebied en het geeft concrete handvatten om exposuretherapie zo effectief mogelijk in te zetten. Wij spraken de schrijfster, Tamara Luijer.  
exposure therapie
Illustratie: Roos ten Broecke

‘Dit protocol draagt bij aan het goed neerzetten van exposuretherapie, door de therapeut de nieuwste inzichten op dit gebied te geven, met daarnaast veel concrete handvatten. Het doel van het boek is om therapeuten meer bekwaam te maken in het uitvoeren van exposure, waardoor de exposuretherapie zo effectief mogelijk kan worden ingezet.’

Exposuretherapie kan bij elk type angststoornis worden ingezet. Er is een toenemende hoeveelheid wetenschappelijke literatuur die de effectiviteit van exposuretherapie als opzichzelfstaande behandeling bevestigt. Exposure kan ook wel worden gezien als het kernelement van een angstbehandeling, als de ‘gouden standaard’, onafhankelijk van de soort angststoornis. Dit boek richt zich, gezien het kortdurende karakter, vooral op jongeren met een specifieke angst, maar biedt daarnaast voldoende handvatten voor het inzetten van exposuretherapie bij andere vormen van angststoornissen, zoals bijvoorbeeld separatieangst of agorafobie. Ook de vragenlijst omtrent veiligheidsgedrag die is opgenomen in het boek is voor veel andere angststoornissen toepasbaar.

‘Het boek biedt een duidelijk overzicht van de behandeling van specifieke fobieën, maar biedt daarnaast veel handvatten voor het inzetten van exposuretherapie bij andere vormen van angststoornissen’.

Het belang van een behandelprotocol voor exposure 

  1. De kennis over het werkingsmechanisme van exposure is het laatste decennium flink toegenomen. Tamara Luijer: ‘Waar we tot een tijd terug veelal uitgingen van het habituatiemodel als verklarend mechanisme, gaan we tegenwoordig uit van het inhibitorisch leermodel, waarbij met name verwachtingsdisconfirmatie een grote rol speelt. Aangezien de bestaande angstprotocollen zich vooral baseren op het verouderde habituatiemodel, wilde ik een nieuw protocol ontwikkelen dat de nieuwste inzichten over exposure integreert.’
  2. Daarnaast merkte Tamara Luijer op dat exposure in veel protocollen wordt gecombineerd met cognitieve interventies, waarbij vaak de nadruk komt te liggen op het laatste. Luijer: ‘Uit onderzoek blijkt echter dat exposure kan worden gezien als het kernelement van een angstbehandeling. Het combineren van exposure met cognitieve interventies zou de effectiviteit van exposuretherapie kunnen verminderen, doordat veel cognitieve strategieën gericht zijn op het afzwakken van de angstige verwachting. Hoe minder sterk een angstige verwachting is alvorens exposure wordt ingezet, hoe kleiner het leereffect.’
  3. Een andere reden voor het schrijven van dit protocol is dat, ondanks dat exposuretherapie gezien kan worden als de ‘gouden standaard’ bij angstbehandelingen, er in de praktijk nog te weinig gebruik van wordt gemaakt.
    Luijer: ‘Uit een Nederlands onderzoek uit 2020 kwam naar voren dat in slechts de helft van de angstbehandelingen bij kinderen exposure werd ingezet. Een mogelijke verklaring
Premium

Wil je dit artikel lezen?


    Al abonnee? Log dan in