Boeren en jeugdzorg hebben meer gemeen dan je op het eerst gezicht zou denken, meent Nic Drion. Ze kunnen veel voor elkaar betekenen.
Het gaat veel over boeren de laatste maanden. De kranten staan er vol van. Misschien dus ook tijd om in KAP aandacht te besteden aan landbouw en boeren. Zo vreemd is dat niet, overigens. Boeren en jeugdzorg hebben meer met elkaar gemeen dan je op het eerste gezicht zou denken. En ze kunnen veel voor elkaar betekenen.
De BBB is in een klap de grootste partij geworden bij de Provinciale Statenverkiezingen. BBB staat voor BoerBurgerBeweging. Maar als we beter kijken, zien we vooral Bange, Boze en Buitengesloten mensen die het vertrouwen in de overheid hebben verloren. Zoals boeren. Of de inwoners van het aardbevingsgebied. Ouders die slachtoffer zijn van de toeslagenaffaire. Inwoners van buitengebieden die voorzieningen zagen afkalven. Mensen die al tijden wachten op een woning. Een tamelijk bonte verzameling al met al, want in Nederland voelen niet alleen boeren zich niet gezien en gehoord.
Veel gezinnen uit de jeugdbescherming passen in dit rijtje. Ook zij zijn Bang en Boos en voelen zich Buitengesloten. Bang dat hun kind uit huis gehaald wordt, of niet meer terugkomt. Boos omdat gezinsvoogd nummer zoveel zich net heeft gemeld, en ze weer hun verhaal moeten doen. Buitengesloten vanwege een jeugdzorgsysteem waar ze niet tegen bestand zijn, maar dat wél de toekomst van hun gezin bepaalt.
Bij beide groepen is onderliggend trauma. Veel BBB-kiezers zijn getraumatiseerd door de overheid die steeds een foute diagnose stelde of het probleem negeerde. Zoals bij de toeslagenaffaire en de gaswinning. Maar ook bij het zwalkende landbouwbeleid, waardoor boeren niet meer weten waar ze aan toe zijn. Vervolgens handelt diezelfde overheid niet traumasensitief, waardoor inwoners niet kunnen helen, ze zich afwenden en uit protest de nationale driekleur omdraaien. Voor ouders en kinderen in de jeugdbescherming is het trauma in eerste instantie niet veroorzaakt door de overheid, maar komen er trauma’s bij door ingrijpen van de jeugdbescherming, bijvoorbeeld vanwege uithuisplaatsing of overplaatsing van een kind.
Er zijn dus overeenkomsten tussen boeren en cliënten in de jeugdbescherming. Beide groepen hebben dan ook hetzelfde nodig, namelijk een traumasensitieve aanpak. Gelukkig hebben we daar in de jeugdbescherming steeds meer aandacht voor. Traumasensitief werken wil zeggen dat je je bewust bent van de mogelijke impact van het trauma op iemands dagelijks leven. Dat je de stressklachten herkent die het gevolg zijn van die ingrijpende ervaring. En dat je daar op een ondersteunende manier mee omgaat, waardoor het stressniveau kan dalen en de mogelijkheid ontstaat voor herstel. Traumasensitief werken is gebaseerd op een aantal pijlers: veiligheid bieden; erkenning geven; gezonde en veilige relaties stimuleren; en emoties en gedrag reguleren. Als we dat voor elkaar krijgen, kan iemand langzaam helen. Dat geldt voor kinderen en ouders in de jeugdbescherming, maar evenzeer voor boeren.
Maak meer boeren zorgboer
Het mooie is dat boeren goed kunnen helpen bij het herstellen van trauma’s. Ik doel op zorgboeren, die naast hun landbouwbedrijf ook zorg bieden in de vorm van bijvoorbeeld dagbesteding op hun boerderij. Vorig jaar heeft de koepelorganisatie Federatie Landbouw en Zorg een kwaliteitskader ontwikkeld voor hun sector. Als ervaringsdeskundige ouder van een dochter met Down die met veel plezier naar een zorgboerderij gaat, mocht ik daarover meedenken in de stuurgroep. Het Kwaliteitskader heeft als titel gekregen ‘Samen Buiten Gewoon’. In die titel zit veel besloten. ‘Samen’ staat voor de mogelijkheid om veilige relaties met anderen aan te gaan; ‘Buiten’ voor de kracht van de natuur en het buiten zijn. Ook hiervan is algemeen bekend dat dat herstel bevordert. En ‘Gewoon’ staat voor de kracht van het gewone leven. Want daar vindt het grootste deel van het helen plaats, niet bij de therapeut.
Landbouw en zorg? Het blijkt een uitstekende combinatie
Ter illustratie het verhaal van Rinaldo, een tengere jongen van net veertien jaar. Ook hij was een hele tijd Bang en Boos, omdat hij niet bij zijn moeder mocht wonen en van de ene leefgroep naar de andere werd verkast. Hij voelde zich Buitengesloten en niet begrepen, omdat hij voortdurend werd afgerekend op dingen die hij niet kon. Aanvankelijk zagen hulpverleners vooral een oppositionele gedragsstoornis en trauma, veroorzaakt door huiselijk geweld en daarna de scheiding van zijn ouders. Hij werd gepest op de middelbare school, ging verzuimen, belandde in een drillrapgroepje en ging foute dingen doen, zoals vechtpartijen en diefstal. Op zijn dertiende werd hij gesloten geplaatst. Daar werd Rinaldo fors aangesproken op zijn gedrag. Maar het hielp niet. Gelukkig kreeg hij een nieuwe jeugdbeschermer, die verder keek dan zijn opstandige gedrag. Ze liet Rinaldo nogmaals onderzoeken en ontdekte dat zijn concentratieboog kort is, zijn hersenen een informatieverwerkingssnelheid hebben ‘van een schildpad’ en dat zijn werkgeheugen heel klein is. Ze zag een onzekere jongen die het goed wilde doen, maar het niet voor elkaar kreeg, vanwege zijn ADHD, zijn trauma en lage IQ. Hij werd voortdurend overvraagd. En vervolgens gestraft, omdat het hem niet lukte.
De jeugdbeschermer besefte dat ze zijn tempo moest volgen en aansluiten bij wat voor hem belangrijk is. Ze had al gemerkt dat Rinaldo gek was op dieren. “Dieren zijn mijn beste vrienden”, zei hij vaak. De jeugdbeschermer vond een zorgboerderij voor Rinaldo, als tussenoplossing voor weer naar school gaan. Rinaldo fleurde op. Hij kon paarden poetsen, kalfjes voeren, stallen uitmesten, de hond uitlaten, het erf vegen en in het winkeltje werken. En soms mocht hij mee op de trekker met zorgboer Arjan. Aan het eind van elke werkdag geeft Arjan hem een high five. “Goed gewerkt, jongen!” Rinaldo straalt. Arjan glimlacht tevreden. Dit is waarom hij zorgboer is geworden.
De zorgboeren die ik gesproken heb, geven allen aan dat hun leven verrijkt is door die combinatie van landbouw en zorg. En hoe blij ze zijn dat ze op tijd uit de rat race zijn gestapt van alleen maar meer en grootschaliger produceren. Mijn suggestie is dan ook: laat meer boeren zorgboer worden en kinderen als Rinaldo helpen. Daar wordt iedereen beter van.
Over de auteur
Nic Drion is adviseur bij Expect Jeugd, Expertisecentrum van Partners voor Jeugd en heeft jarenlange ervaring in de jeugdzorg.